De Mallemolen. Hier leefden schrijvers als Jan Cremer en Helga Ruebsamen, beeldend kunstenaar Lotti van der Gaag, cabaretier Paul van Vliet en F.B. Hotz, die later de P.C. Hooftprijs zou winnen, te midden van inbrekers en ander gajes, om zich volledig te wijden aan de kunst. Sommigen van hen waren van goede komaf, maar daar wilden ze niets meer van weten, want ook rijkdom werd gezien als beknellend voor de vrije geest.
Jan Maarten Deurvorst maakte al verschillende verhalen over groepen die hun eigen leefregels bedenken, om te zien wat er met dit soort utopische gemeenschappen gebeurt. Voor deze documentaire ging hij op zoek naar oud-bewoners van de Mallemolen die nog in leven zijn. Niet iedereen wilde meewerken en maar liefst drie mensen overleden vlak voor hij de kans had om opnames met ze te maken. Maar de kunstenaars die hij wél voor de microfoon kreeg, hadden glinsteringen in hun ogen als ze vertelden over hun jonge jaren in het hofje, vol feesten en vrije seks, lang voor het ingeburgerd raakte in de jaren zestig.
Cabaretier Paul van Vliet (85) herinnert zich kunstenaar Jos van den Berg, die zo klein was dat hij door iedereen Josje genoemd werd. Hij woonde ook op het hofje en kwam op het hoogtepunt van het feest tevoorschijn: “Er was een banketbakker gevonden die hem in wou metselen in cake en slagroom en dan sprong ie eruit, vol met slagroom. In zijn blote reet.”