De taakstraf verdient dit jaar maar liefst twee jubileumfeestjes. Precies 50 jaar geleden werd de allereerste taakstraf uitgedeeld aan drie ijzervlechters uit Arnhem die een bromfietser een gebroken neus sloegen. En precies 20 jaar geleden werd de taakstraf verheven tot een van de vier hoofdstraffen, naast hechtenis, vrijheidsstraf en geldboete.
Toch valt er voor voorstanders van de taakstraf bitter weinig te vieren. Want juist dit jaar werd een wetsvoorstel ingediend voor een uitbreiding van het taakstrafverbod. Mocht deze wet worden aangenomen, dan kunnen rechters geen taakstraf meer uitdelen bij fysiek geweld tegen een deurwaarder, beveiliger of treinconducteur. De gedachte achter het wetsvoorstel: Een beetje schoffelen in de zon, dat is toch geen straf?
Als documentairemaker Misha Koole besluit mee te lopen met taakgestraften, lijkt alles het beeld te bevestigen van de straf die geen straf is. “Wat leer je nou van papier prikken en schoffelen?” zegt de eerste die hij aanspreekt in een geel hesje. Op de vraag of de taakstraf voelt als een straf, krijgt hij een vrolijk: “Nee joh!” Een andere schoffelaar is blij dat ze op deze warme dag in de schaduw werken: “Heerlijk, effe de stoep schoonmaken”.
Bij doorvragen blijkt echter niet iedereen de taakstraf even licht op te vatten. Velen vallen over het vroege opstaan en het feit dat ze zich aan regels moeten houden. De oordelende blik van anderen is voor sommigen een reden om toch gevangenisstraf te overwegen: “In eerste instantie had ik in m’n hoofd: kijk, ik kan binnen zitten. (…) Niemand ziet me, niemand hoort me.” Een ander: “Dat is voor mij m'n straf: dat iedereen ziet, dat is iemand die een taakstraf uitvoert. Ik hoor ze denken: dat is zo'n schavuit van de straat." Het werk is soms ook ronduit gênant, bijvoorbeeld als de taakgestraften molshopen plat moeten slaan: “Als mensen dit zien, zullen ze denken, ik zal nooit meer iets verkeerds doen!”