Gevangenissen zijn plekken waar we veel van vinden en weinig van weten. We stoppen ze weg, uit het zicht, voorbij de randen van ons dagelijks leven. Eenmaal achter slot en grendel worden criminelen voor ons mensen zonder gezicht, naam en stem. In de regel staan we niet stil bij hoe ze zich voelen, wat ze denken terwijl ze hun straf uitzitten. Tegelijkertijd bingen we series over beruchte ontsnappingen en is het misdaadgenre populairder dan ooit. En toch komen we over een simpele vraag maar weinig te weten: wat betekent het nou eigenlijk, gevangen zijn?
Marieke Liem, criminologe en hoogleraar aan de Universiteit Leiden, wilde daarachter zien te komen. Liem leidt een onderzoeksgroep op het gebied van geweldstudies, en promoveerde cum laude in de forensische psychologie op “doding gevolgd door zelfdoding”. Maar ondanks de ernst van de delicten waar ze zich in heeft gespecialiseerd, is ze altijd de mens blijven zien achter de misdrijven en werd ze steeds nieuwsgieriger naar de menselijkheid van het systeem waarmee criminelen worden bestraft.
Vandaar dat ze een project startte om een beeld te krijgen van het dagelijks leven in de gevangenis. De afgelopen jaren deed ze talloze interviews met gedetineerden, onder wie levenslang gestraften, en met geestelijke verzorgers en ander gevangenispersoneel. Want hoe voelt het als je voor het eerst opgesloten wordt? Hoe ga je om met veiligheid en eenzaamheid in de gevangenis? Wat vertel je je partner als je weet dat je voor jaren de cel in gaat? En wat klopt er van het idee dat de Nederlandse gevangenissen een soort hotels zijn?
Liems vragen zijn eenvoudig, zonder oordeel, en juist daarom leveren ze verrassende antwoorden op. Een gedetineerde, die ze Johan noemt, vertelt over de paniek die hij had op zijn eerste dag in detentie: