Toen heroïne in 1972 in Nederland op de markt kwam, volgde in razend tempo een explosie van gebruik. Na krap tien jaar later waren er naar schatting dertigduizend mensen zwaar verslaafd, de zogenoemde 'junks' hingen rond op inmiddels berucht geworden plekken als de Amsterdamse Zeedijk en de Rotterdamse Kruiskade - straten waar weinig anderen zich nog waagden.
Emmie Kollau zoekt in Sporen van drugs drie ervaringsdeskundigen op die de epidemie hebben overleefd. Ze zijn één van de weinigen. Vijftig jaar na dato zijn de meeste gebruikers uit die tijd overleden aan een overdosis, of aan hiv. Óf hun verleden haalde hen op slinkse wijze in.
Dat gebeurde bij striptekenaar Peter Pontiac. Hij was in 1983 (vlak voor de aidsepidemie) afgekickt en dacht lang de dans net op tijd te zijn ontsprongen, maar 25 jaar later klopte ineens "een geraamte met een hoge hoed en een rekening voor achterstallige rente van 25 jaar waar niet aan te ontkomen valt", vertelde hij Emmie in 2015 vlak voor zijn overlijden. "In één klap was ik een zieke ex-junk in plaats van een gewone man die vroeger onverstandige dingen heeft gedaan." In 2010 hoorde hij van de dokter dat hij hepatitis C had, later kwam daar ook nog eens een levercirrose bij, waaraan hij in 2015 overleed. Alsof het verleden als een "elastiek losschoot en tegen zijn achterhoofd kletse." Dit gegeven liet Emmie niet meer los, en het vormde de aanleiding voor Sporen van Drugs.