Voorstellingsvermogen. Met fantasie kun je elke uitzicht ter wereld bekijken. Je doet gewoon je ogen dicht en als je een beetje mijn best doet, sta ja op de top van een berg. Je voelt al bijna de zon op je gezicht en dat briesje over je wangen, toch? Nou, niet iedereen heeft evenveel voorstellingsvermogen. Sommigen hebben het extreem veel, sommigen hebben het extreem weinig. En jij en ik? Wij zitten er waarschijnlijk ergens tussenin.
Maar wat betekent het nou om (geen) voorstellingsvermogen te hebben? In de DOCS ‘Innerlijk uitzicht’ onderzoekt Kitty Munnichs de betekenis van onze fantasie. Voorstellingsvermogen blijkt niet alleen leuk om mee weg te kunnen dromen, het is ook handig en belangrijk als je gezichten wilt onthouden, als je herinneringen levendig wilt terughalen of als je je wilt inleven in een ander.
En zo wordt van voorstellingsvermogen de brug geslagen naar inlevingsvermogen. Want, als we ons in een ander inleven, moeten we ons dan niet allereerst kunnen voorstellen hoe het is om die ander te zijn? Kitty spreekt daarom af met filosoof Joachim Duyndam. Hij promoveerde op empathie en vertelt dat je voor inlevingsvermogen twee dingen nodig hebt: een cognitief plaatje, en een gevoelsmatig inlevingsvermogen.
Maar wat kunnen we doen als dat cognitieve plaatje – wat we ons dus, in ons hoofd, kunnen voorstellen? Lexmy en Joachim delen manieren (foto’s bekijken, muziek luisteren, ergens heengaan, iets fysiek op zoeken) om ons inlevingsvermogen te prikkelen. En samen onderzoeken ze de grenzen van het voorstellingsvermogen en het inlevingsvermogen. Want hoe is het mogelijk dat we allemaal anders werken, en ons toch in elkaar kunnen inleven?