Om mee te kunnen draaien in onze maatschappij, hebben immigranten het Nederlands nodig. Maar taal is niet alleen een communicatiemiddel, het is ook een onderdeel van je identiteit. In de Taalwetenschap wordt er zelfs gesproken van het begrip linguistic identity, taalidentiteit. De taal die je spreekt maakt je lid van een taalgemeenschap. En daartoe ga je je verhouden.
Hoe is het om op latere leeftijd een nieuwe taal te moeten leren? Meer nog, om je op dagelijkse basis te moeten uitdrukking in deze nieuwe taal. Heeft het invloed op hoe je jezelf kent? Ben je nog dezelfde persoon, of heeft de taal je een beetje veranderd?
In Mijn Nederlandse Ik vertellen drie mensen over hun ervaring met onze taal. Alle drie zijn ze om andere redenen naar Nederland of België geëmigreerd en hebben ze onze taal op latere leeftijd geleerd. Juri (Oekraïens) voelt zich nu helemaal thuis in het Nederlands, terwijl Farnoosh (Iraanse) het poëtische Perzisch als haar thuishaven blijft zien. Sumai (Syrisch) heeft het Nederlands beter leren kennen toen hij ermee begon te dichten.