In deze NTR-documentaire spreekt podcastmaker René van Es met ruimtevaartpioniers en liefhebbers van de kosmos over ons verlangen om de ruimte te gaan verkennen. Eén van hen is Angelo Vermeulen, ruimtevaartonderzoeker aan de TU Delft. Hij is ook bioloog en maakt interactieve kunstinstallaties op het snijvlak van techniek en ecologie.
“Ik weet dat het heel controversieel is voor sommige mensen maar ik geloof echt in een post planetaire toekomst. Er zullen mensen op de maan leven, er zullen mensen op Mars leven, er zullen ook mensen in ruimtestations leven in grote ruimteschepen.”
Angelo wil heel graag astronaut worden, een droom die moeilijk te realiseren is, maar hij gaat er voor. Hij deed bijvoobeeld mee aan een Mars simulatiemissie van NASA op Hawai, een missie waarbij ze zo goed mogelijk de omstandigheden op de rode planeet nabootsen om ervaring op te doen voor het echte werk. Hij en vijf anderen sloten zich vier maanden op in een habitat egens op een vulkaan omringd door gestolde lava. Ze deden er wetenschappelijke experimenten en mochten alleen naar buiten in namaak ruimtepakken.
“Ik miste het echte ruimtevaartgevoel, want, ja, de meubels die komen uit Walmart of uit Ikea. Dus ja, dat helpt al niet echt om je aan de ruimte te herinneren. Als je naar buiten kijkt, dan zie je nog altijd een blauwe hemel waar af en toe dan een keer een vogel doorheen vliegt. Dus het gevecht om dat vol te houden, om te doen alsof je op Mars zit, dat vraagt wel wat inspanning. En ik moet eerlijk zeggen: dat dat één van de grote psychologische uitdagingen was tijdens de missie, vond ik persoonlijk.”
Kritiek
Terwijl de ruimtevaartpioniers oefenen, wordt er ondertussen gewerkt aan nieuwe technologie om de ruimte te koloniseren. Om vanaf de maan door te reizen naar Mars, is er water nodig om brandstof voor raketten te maken. Dat kan misschien op de maan zelf worden gemaakt, als er genoeg water wordt gevonden. Er wordt ook gesproken over mijnbouw op onze bijplaneet. Marjolijn van Heemstra is schrijver en theatermaker. Ze houdt zich veel bezig met de filosofische en maatschappelijke kijk op de ruimtevaart. Volgens haar wordt de maan nu vooral gezien als landingsplaat en tussenstation op weg naar Mars.
“Maar de maan is natuurlijk altijd veel meer geweest. Hè, al sinds het begin van de mensheid kijken we omhoog naar die maan. Dat was onze eerste chronometer, dus de maan verdeelde een brij van tijd in overzichtelijke maanden. De maan vertelde wanneer we konden oogsten en wanneer we konden zaaien. En de maan heeft onze cultuur enorme beïnvloed, onze taal beïnvloed. Ze beïnvloedt ons water, allerlei dieren migreren op de maan. De maan is een gigantisch belangrijke aanwezigheid. Dus we hebben heel veel ruimte, ook in de media, voor de technische overwinningen. Maar die andere vragen, die heel veel mensen hebben: wat gaan we daar doen? Van wie is de maan? Mag dit allemaal? Die vragen krijgen niet zoveel aandacht, maar ze zijn er wel.