Op 5 oktober 1936 stierf schrijver, dichter en scheepsarts Jan Jacob Slauerhoff op 38-jarige leeftijd in Hilversum. Niet bepaald zijn gedroomde plaats om de laatste adem uit te blazen aangezien enkele maanden voor zijn dood nog zijn laatste dichtbundel verscheen onder de titel ‘ Een eerlijk zeemansgraf’.
Eerder schreef hij al:
In Nederland wil ik niet sterven,
En in de natte grond bederven
Waarop men nimmer heeft geleefd.
Dan blijf ik liever hunkrend zwerven'
Wat bezielde deze romantische nostalgicus, die Holland zo haatte? Terwijl diezelfde Hollandse cultuur een spiegel was waarin hij naar zijn eigen bekrompenheid staarde. Zo verwoordt de al in 1976 naar Belgie geëmigreerde schrijver Benno Barnard het Syndroom van Slauerhoff, waar hij naar eigen zeggen zelf ook aan lijdt.
Programmamaker Marlous Lazal, die twee jaar geleden nog de dichter Jorge Luis Borges achterna reisde in Argentinie, herkende bij zichzelf ook trekjes van dit syndroom en ging in het voetspoor van Slauerhoff op zoek naar ‘lotgenoten’. Die vond ze onder meer in de in Portugal wonende vertaler en Slauerhoffkenner Arie Pos en in de jonge Vlaamse auteur Nout Van Den Neste. Hij schreef onlangs ‘Vida Triste, over Slauerhoff en de fado’ en raakte zo gefascineerd door Lissabon dat hij er inmiddels al een aantal jaren woont. Met hem verkennen we het Lissabon van Slauerhoff. Wat zegt de nostalgie van Slauerhoff ons vandaag de dag nog? Is het iets om te koesteren of schuilt er ook gevaar in? En is er een remedie?