Radiomaker Jan Maarten Deurvorst, zelf vijftiger, is al vanaf zijn vroege jeugd panisch voor de dood en fietst als een bezetene in een poging het onvermijdelijke uit te stellen. Hij veerde dan ook op toen hij onlangs las over Russische experimenten met hersentransplantatie. Miljardair Dmitri Itskov wil bij gegadigden wiens lichaam het einde nadert, een operatie uitvoeren waarbij het deel van het brein waar het 'ik-bewustzijn' zetelt te transplanteren naar een robot of computer. Het 'ik' kan zo langdurig blijven bestaan. Voor 2045 moet deze homo sapiens 2.0 klaar zijn.

Het bericht vormt het begin van een onderzoek naar onsterfelijkheid, waarbij de radiomaker te rade gaat bij wetenschappers, filosofen, transhumanisten en kwallen-experts. Er blijken tal van mogelijkheden om het leven drastisch te verlengen, die serieus worden onderzocht. Maar als we eenmaal onsterfelijk zijn, in hoeverre zijn we dan nog mens? Wat blijft er van ons over als we eeuwig houdbaar zijn? En worden we er wel gelukkig van?

In dertig afleveringen volgen de makers steeds verschillende mensen in de meest pijnlijke, bijzondere en bizarre periodes uit hun leven. Hoewel de verhalen klinken als ontspoorde sprookjes of een tragikomische film, is niets gespeeld of verzonnen.

Filosoof Dirk loopt ’s nachts door de Jordaan als hij een pistool tegen de borst gedrukt krijgt door twee jongemannen. Hij geeft zijn portemonnee, maar in plaats van weg te lopen, vraagt hij de jongens waar ze het geld voor nodig hebben. Hij is niet bang. En zo ontstaat er een gesprek tussen de straatrovers en de filosoof.

Prosper de Roos sprak Dirk en ging op zoek naar een antwoord op de vraag wat de overvallers bezielden toen ze deden wat je niet van overvallers verwacht. Hij maakte een verhaal over de kracht van een goed gesprek, de troostende werking van opera, bijzondere daders en een opmerkelijk slachtoffer.