Volgens biograaf Hans Renders probeerde Hanlo zijn leven lang een bepaald beeld van zich zelf te schetsen. Een beeld van een man zonder fouten. Renders noemt Hanlo een briljant observator en the Godfather van het ultrakorte verhaal, maar tegelijkertijd was Hanlo zich ook enorm bewust van hoe men naar hem keek. "Hij keek zo goed dat hij zich ging inbeelden dat hij zag wat anderen zagen als ze naar hem keken. Hij werd de transparante man, maar wilde dat niet zijn." Drie regels uit zijn werk geven de complexiteit van Hanlo mooi weer: 'Zo meen ik dat ook jij bent' 'En die man ben ik zelf' 'Meent ie dat nou?'
Terwijl Hanlo bezig was met het beeld van zichzelf door de ogen van anderen, probeert de radiomaker op zijn beurt tot een beeld te komen van de schrijver. Hij beziet Hanlo via de biograaf, de beeldhouwer en een voorbijganger die zomaar ineens opduikt en vele overeenkomsten vertoont met de ongrijpbare Hanlo.
Regie: Joost Wilgenhof, NTR, 2014