Yvonne Scholten, NPS
De lommerd, de bank van ome Jan, de Mons Pietatis (Berg der Barmhartigheid), de Stoep der Schande... vele bijnamen heeft de gemeentelijke kredietbank in de loop der eeuwen gehad. Vroeger kon je zelfs je kleren belenen, maar tegenwoordig gaat het vooral om goud, zilver, diamanten en juwelen. Eind jaren '70 zag het er even naar uit dat de lommerd definitief uit het stadsbeeld zou verdwijnen, maar toen kwamen de Surinamers en Antillianen, de Turken en Marokkanen en die keken heel anders tegen het lenen op onderpand aan: hoezo schande? Juwelen als onderpand zijn een veilige economische basis.