Kunstenaar Rob van Koningsbruggen verruilde de stad Amsterdam voor het dorp Den Oever op Wieringen. Hij geniet er van de rust en de ruimte, totdat de gemeentelijke plannen voor ruimtelijke orde zijn rust verstoren. Op de tekeningen is een randmeer bedacht ten koste van de polder en op de plaats van zijn huis staat daarom opeens een dijk.
Van Koningsbruggen is fel tegenstander van de plannen en zijn woede voert hem zover dat hij zich op 21 november 2006 in het holst van de nacht naar het kantoor van het projectbureau begeeft. Hij probeerde een bord mee te nemen, maar toen dat niet lukte, reed hij naar huis, vond in zijn schuur een jerrycan met benzine en ging terug. Hij tikte een raam in, goot benzine naar binnen en stak het aan. Het pand brandde volledig af. Volgens de kunstenaar wilde hij met zijn daad aandacht krijgen voor zijn ‘gevecht’ tegen de komst van het randmeer.
Toen Van Koningsbruggen op de tekeningen had gezien dat op de plek van zijn huis een dijk voor het randmeer zou worden aangelegd, trok hij op verschillende manieren aan de bel. Hij vond echter dat zijn protesten niet werden gehoord. Toen hij voor een belangrijke vergadering op het provinciehuis als betrokkene niet werd uitgenodigd, zocht hij een andere manier. ,,Ik had niet verwacht dat het hele gebouw zou afbranden. Maar ik zag geen andere mogelijkheid om aandacht te krijgen.'’ Is zijn strijdbaarheid afgenomen na de gevangenisstraf?
Want een jaar celstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en behandeling in psychiatrisch centrum De Waag was de straf die Van Koningsbruggen de officier van justitie M. Hoogland hoorde eisen voor het in brand steken van het kantoor van het projectbureau voor het Wieringer Randmeer.
Programmamaker Kees Wieringa praat met vrienden, vijanden, bewonderaars en de kunstenaar zelf over zijn beweegredenen voor deze rigoreuze daad.