De film voert langs een aantal historische plaatsen die in de geschiedenis van de Armeense genocide van groot belang zijn. Zo zijn in de Turkse hoofdstad Ankara de documenten te vinden die de betrokkenheid van de Turkse overheid bij de genocide bewijzen. De reis voert ook langs Erzincan, de geboorteplaats van Ugur Üngör. Hier kreeg hij van zijn grootvader te horen dat de genocide op de Armeniërs daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Tot die tijd was hij, zoals de meeste Turken, een ‘milde ontkenner’ ervan. In Zimara proberen Goekjian en Üngör de geschiedenis van de vervolging van de Armeniërs te reconstrueren, die uiteindelijk zou leiden tot een massamoord in de Eufraat en aan de oevers van het Hazar Meer. Diep verborgen in het labyrint van de oude binnenstad van de ‘Koerdische hoofdstad’ Diyarbakir staan de restanten van de grootste Armeense kerk van Oost-Turkije, een stille getuige van wat eens was. In Kozan gaan Goekjian en Üngör op zoek naar het geboortehuis van Alexanders grootvader.
Vanwege de halsstarrige ontkenning van de Armeense genocide door de Turkse overheid moet het filmteam de hele reis op zijn tellen passen. Ook ontstaat er onenigheid tussen Üngör en Turkse leden van het filmteam, die zijn voortdurende kritiek op hun geboorteland niet kunnen waarderen. De reis eindigt in Izmir, waar Varham Goekjian in 1922 via het laatste vluchtelingenschip aan de Turkse soldaten ontsnapte. Voor Goekjian en Üngör is Izmir de plek waar ze de balans opmaken: hoe belangrijk is het verleden van hun grootouders voor hen? En wat is voor hen de betekenis van de geschiedenis van een volk, waarmee ze voor altijd een band zullen hebben?
Regie: Alexander Goekjian en Kay Mastenbroek
Producenten: Electrical Films en Zelovic Productions