Beroemd werd hij pas in de jaren zeventig dankzij de geniale portretten die hij tekende en schilderde. Paul Citroen (1896-1983) werd in de jaren zeventig – aan het einde van zijn loopbaan – een nationale beroemdheid door zijn optredens in de talkshows van presentator Willem Duys. Daar maakte hij houtskool portretten van bekende Nederlanders en van internationale sterren. Zijn succes bij het grote publiek maakte hem in ogen van sommigen artistiek minder geloofwaardig. Citroen zélf zei berustend: “Misschien ben ik als schilder niet geslaagd omdat ik in wezen meer om mensen geef dan om kunst.”
In de documentaire ‘Een portret van Paul Citroen’ zien we hoe de aan het Bauhaus opgeleide Citroen voorbestemd leek om deel uit te gaan maken van de modernistische beweging. Zijn collage ‘Metropolis’ uit 1923 – een duizelingwekkend beeld van de moderne stad, samengesteld uit tientallen foto’s en ansichtkaarten van gebouwen – werd een icoon. Het modernisme bloedde echter dood nadat Hitler in Duitsland aan de macht kwam. Citroen ontvluchtte dit klimaat, vestigde zich in Nederland en ging lesgeven.
In Een portret van Paul Citroen komen vijf mensen aan het woord die Paul Citroen en/of zijn werk goed kennen. Museumdirecteur Ralph Keuning van Museum de Fundatie leidt ons langs een groot aantal schilderijen en tekeningen die in 2008/2009 te zien waren op de expositie ‘Paul Citroen - Tussen modernisme en portret’. Flip Bool, onderzoeker en publicist voor het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, duidt Citroens kwaliteiten als fotograaf. Eveneens aan het woord komen twee oud-studenten en een favoriet model van Citroen.
Regisseur: Paul Kramer