Kunstenaar Joost Conijn is bevriend met de schrijver en gaat bij hem op bezoek met de camera. Hij lokt de schrijver uit tot bekentenissen, ze munten nieuwe woorden en voelen of het ijs al dik genoeg is om op te staan.
In 2010 wint A.L. Snijders, pseudoniem van Peter Cornelis Müller, de Constantijn Huygensprijs voor zijn hele oeuvre: columns voor Het Parool en de VPRO Gids, en een grote verzameling Zeer Korte Verhalen (ZKV’s). Zelf zegt hij ambitieloos te zijn. Maakt hij door deze uitspraken zijn eigen mythe of is het gewoon angst om mee te doen? Valt Snijders samen met wie hij wil zijn, weet hij te verwezenlijken wat hij wil, of laat hij in het leven gewoon alles aan het toeval over?
Hij lijkt een kluizenaar op zijn boerderij en in het omliggende bos, maar een outsider wil hij zichzelf niet noemen. Joost Conijn filmt hem ‘s zomers tijdens het lassen aan een kar en ‘s winters bij het hout halen in de sneeuw. Een ontmoeting tussen twee eigenzinnige geesten, waarbij een Bahco zomaar aanleiding kan zijn voor een filosofisch meningsverschil.