Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 werd op 17 augustus 1945 door Soekarno de onafhankelijke Republiek Indonesië uitgeroepen. De overlevenden van de jappenkampen, maar ook zij die niet geïnterneerd waren geweest, werden blootgesteld aan slachtpartijen van groepen van nationalistische Indonesische jongeren, die de onafhankelijkheid ondersteunden.
Deze periode, die Bersiap wordt genoemd, duurde van oktober 1945 tot mei 1947. Tijdens deze periode zijn met zekerheid 3.500 Indo-Europese Nederlanders op gruwelijke wijze vermoord. Meestal met kapmessen en bamboesperen, de zogenaamde bamboe-roentjings. Nog eens 4.000 Nederlandse vrouwen en kinderen kwamen in deze periode van vervolging en geweld om door honger, ziekte en uitputting. Een deel van hen in de zogenaamde Bersiap-kampen van de Indonesische nationalisten.
Tijdens de Bersiap zijn circa 16.000 Indo-Europese Nederlanders vermist, waaronder ook Chinezen met de Nederlandse nationaliteit. Hun lichamen zijn nooit teruggevonden.