Hoewel Couperus altijd wordt geassocieerd met Den Haag, bracht hij de meeste tijd in het buitenland door. In De boeken der kleine zielen fileert hij het Haagse sociale milieu van de hoge ambtenarij en de aristocratie waaruit hij voortkwam tot op het bot. In het plaatsje Passoeroean traceert Bas Heijne de overblijfselen van het decor van De stille kracht en komt hij tot het inzicht dat de anti-koloniale roman handelt over een botsing van culturen: het Europese verlichtingsdenken tegenover de meer spirituele, emotionele mentaliteit van de Javaan. In Toscane komt de persoonlijke kant van Couperus aan bod. De verhalen over zijn vriend Orlando zijn heel dicht op de huid geschreven en gaan over het verlangen naar de liefde van een man (Couperus was getrouwd met zijn nicht Elizabeth) en een niet te stillen onrust naar verandering.
Bas Heijne vraagt zich in navolging van Couperus af: "Hoe kan een mens zichzelf overeind houden in een wereld waarin alles vergankelijk is, waarin geen blijvend houvast te vinden is in geloof, filosofie, ideologie, waarin de mens die zich ontworstelt aan de benepenheid van zijn eigen kleine sociale wereld niet automatisch een rijker, zinniger leven wacht, maar misschien juist de wanhoop van de totale leegte?" Daarnaast gaat hij op zoek naar wie de man achter het masker van de schrijver eigenlijk was: wat bewoog hem, waarom was hij zo'n rusteloze reiziger, en bovenal waarom schreef hij? Door twee tijdperken - het Fin de siècle van Couperus’ tijd en het heden - met elkaar te verbinden, wordt duidelijk dat de levensvragen die de schrijver zichzelf stelde, nog steeds de onze zijn.
Jan Louter, NTR, 2013
Louis Couperus - niet te stillen onrust
NTR,
NPS
In de ogen van schrijver Bas Heijne is Louis Couperus de grootste romancier die Nederland ooit heeft gekend. "Couperus lees ik al bijna dertig jaar. Hij heeft mij meer over mijzelf geleerd dan welke denker ook."
Bekijk ook: