Albert van Dijk en Wim Alozery zijn nu weduwnaar en lopen tegen de negentig. Tijdens de oorlog gingen ze langs de rand van de afgrond maar ze wisten zichzelf in leven te houden. En tot op de dag van vandaag zijn ze nog steeds actief. Wim werd na de oorlog Jehova Getuige. Hij zag in het kamp hoe moedig de Jehova’s weigerden bevelen van de nazi’s uit te voeren. “Die hadden iets dat ik niet had. En ik wilde weten wat.” Nog steeds legt Wim huisbezoeken af. Niet om het geloof op te dringen, maar om te vertellen hoe het hem heeft geholpen. Albert kwam niet meer tot rust. Hij onderneemt eindeloos tochten op zijn scooter. Vaak naar Duitsland waar hij zich merkwaardigerwijs thuis voelt. Dan drinkt hij ergens koffie en rijdt weer terug naar huis.
Albert van Dijk zat in kamp Dora-Mittelbau in de Harz. Daar werd de V2 gebouwd. In onderaardse gangen. Wie daar stenen moest sjouwen, hield dat een paar weken vol en stierf aan uitputting en ziekte. Albert had met veel geluk een baantje als schrijver bemachtigd bij de dodenadministratie; hij moest de lijken tellen.
Wim Alozery zat in kamp Neuengamme, bij Hamburg. Hij overleefde door zich zo onzichtbaar mogelijk te houden. Op zeker moment had hij een zelf verzonnen baantje. In plaats van tankvallen te graven, wat enorm zwaar werk was, liep hij rond met kapotte scheppen die hij door goede zou vervangen.
Begin 1945 werden beide kampen ontruimd maar daarmee was de lijdensweg van de mannen nog lang niet ten einde.
Wim Alozery weet nog dat hij mee moest helpen met het laden van vrachtwagens. Zwaar werk, te zwaar. Van de reis die hij samen met duizenden andere gevangenen gemaakt heeft naar Lübeck aan de Oostzee weet hij geen details. Het ging per trein. Hij ziet de rails en het spoorwegemplacement nog voor zich. En ook de boot, de Cap Arcona. Daar werd hij ingejaagd met duizenden anderen. Op 2 mei 1945 beschoten geallieerde vliegtuigen de Cap Arcona, het schip vloog in brand en zonk. Wim was een van de weinige mensen die ongeschonden in het water terechtkwam en een bootje wist te bemachtigen. De Duitsers schoten ondertussen op alles wat nog leefde. Wim is een van de weinige overlevenden van de ramp met de Cap Arcona.
Albert van Dijk moest lopen. Van de Harz naar het noorden. Wie niet mee kon, werd doodgeschoten. Er zijn maar een paar stiekem gemaakte foto’s van in lompen en kampkleding gehulde groepjes mensen. Albert kan precies de plaatsen noemen waar hij langs liep en precies vertellen wat er daar gebeurde. Tot op de dag nauwkeurig. Hoeveel doden hij gezien heeft. Waar de vluchtenden werden neergeschoten. Waar hij samen met een paar anderen een bewaker heeft omgebracht. En waar de grote schuur stond die vol gevangenen zat en die de nazi’s in brand staken, met afschuwelijke gevolgen.