Vóór de Arabische revolutie regisseerde Tarik Sadouma videoclips. Nu maakt hij manshoge sculpturen van zogeheten schrikgodinnen. Met de onnavolgbare hulp van zijn ex-vriendin en popster Malak Al Nasser probeert hij zijn kunst in het Midden-Oosten te slijten. Regisseurs Gabrielle Provaas en Rob Schröder, eerder verantwoordelijk voor de documentaire Ouwehoeren, volgen de 34-jarige kunstenaar tijdens zijn reis van de achterbuurten in Caïro (de geboortestad van zijn ouders) via het mondaine Beiroet naar de paleizen van de sjeiks in Dubai.
“Toen de populariteit van de islam toenam, werd de uitbeelding van het menselijke figuur verboden in de Arabische cultuur. In de Koran wordt gesproken over vrouwenbeelden in Mekka als opstandige duivels. De cultuur, die harems, buikdansen en de sprookjes van Duizend-en-één-Nacht creëerden, bracht de verleiding op een welhaast onmenselijk niveau, maar moest het daarna meer dan duizend jaar stellen zonder de vrouw als afbeelding. En opeens zijn ze daar nu weer. Op alle schermen, in alle huizen. De popsterren die al tien jaar de Arabische satellietzenders bevolken, zijn de nieuwe godinnen van het Midden-Oosten.”
Tarik Sadouma maakt series van beelden van deze vrouwen, sommige levensgroot. Hij laat zich inspireren door het vrouwbeeld van de Arabische elite;een wereld vol uitzichtloze rijkdom, plastisch chirurgen, kunstverzamelaars, popsterren, decadente feestjes en chique hoeren.