De beerput over de manier waarop de (Amerikaanse) geheime diensten potentiële terroristen en gewone burgers in de gaten houden werd vorig jaar geopend door Edward Snowden. De medewerker van de inlichtingendienst Booz Allen Hamilton verzamelde honderdduizenden geheime documenten van de National Security Agency en gaf ze aan de pers. Het bracht een wereldwijd surveillancesysteem aan het licht waarbij e-mail- en telefoonverkeer van miljoenen mensen in de gaten bleek gehouden te worden.
Snowdens actie riep op z'n zachtst gezegd gemengde gevoeles op. De Amerikaanse regering noemde hem een verrader en een dissident, voorvechters van vrije informatie vinden hem een held, voor journalisten was hij de ultieme klokkenluider.
Filmmaakster Johanna Hamilton rondde toen net haar documentaire af over een club mensen die op veel fronten met Snowden te vergelijken zijn. Een groepje van acht activistische burgers brak in 1971 in een klein kantoortje van de FBI, haalde dossierkast leeg en lekten de inhoud aan de pers. Ze zijn nooit gepakt en doen in de documentaire 1971 voor het eerst hun verhaal. Hamilton is een bedreven filmmaker die vanaf de eerste minuut vaart in de film brengt. De persoonlijke verhalen wisselt ze af met archiefbeelden en nagespeelde scènes, die er nu eens niet knullig uit zien, maar daadwerkelijk de spanning verhogen.