“Als op de eerste maandag van de maand om 12.00 uur het luchtalarm afging of als in de kroeg de sirene het ‘happy hour’ inluidde raakte ik telkens weer van slag”, vertelt Saed Salamat. “Met dat gegeven wilde ik iets doen.” Ondanks het feit dat Salamat pas twee jaar oud was toen de Iraaks-Iraanse Oorlog ten einde kwam, kan hij zich bepaalde momenten nog zeer levendig voor de geest halen. “Telkens wanneer er Iraakse gevechtsvliegtuigen over de grens kwamen gingen er luchtalarmen af waarna mijn zus en ik ons verschansten in het trappenhuis. Normaal gesproken kun je je niets herinneren van die leeftijd, maar ik ben hiervoor in Nederland onderzocht en deze herinneringen blijken toch weldegelijk daarvandaan te komen.”
“De meesten van mijn leeftijdgenoten in Nederland weten niets van de Iraaks-Iraanse Oorlog. Bovendien hebben zij een rust in hun hoofd die ik lange tijd niet kon vinden”, legt de jonge documentairemaker uit. “Ik voelde me lange tijd schuldig tegenover de Iraanse oorlogsveteranen die voor mijn veiligheid gevochten hebben. Ik heb nu een lekker leventje in Nederland en kan niets voor hen terugdoen. Met deze onrust in mijn hoofd moest ik iets doen.”