Nog één week

Tom – Over een week sta ik in de finale van de Nationale LeesVertelwedstrijd

VPRO

Over een week staat Tom (12) in de finale van de Nationale LeesVertelWedstrijd. Het is geen gewone leeswedstrijd, maar een vertel wedstrijd in gebarentaal. Tom is namelijk doof geboren. Om te winnen moet hij zich helemaal kunnen inleven in het verhaal. Lukt het hem om de jury te overtuigen?

In gesprek met regisseur Kim Faber

Tekst: Abel Vos

In 2019 maakte regisseur Kim Faber (1990) een korte film over Tom die meedoet aan een wedstrijd in gebarentaal. Is er eigenlijk genoeg aandacht voor dove mensen in Nederland? 2Doc.nl ging in gesprek met de filmmaker.

Hoe kijk je terug op dit maakproces?
‘Vanwege de communicatie kan het als regisseur best een uitdaging zijn om met iemand te werken die doof is. Het maakproces verliep heel goed, toch liepen we tegen kleine dingetjes aan waar ik van tevoren nog nooit bij stil had gestaan. We werkten bijvoorbeeld altijd samen met een tolk. Daarbij keek ik uit automatisme de tolk aan, en niet Tom. Dat is voor een doof iemand heel vervelend: ik voer met Tom een gesprek en niet met de tolk. Ik moest mezelf aanleren om dat niet te doen.

Ik heb vooral veel geleerd van deze film. Ik realiseerde me bijvoorbeeld dat lezen voor dove mensen heel anders is. Als je doof bent geboren groei je meestal op met gebarentaal. De Nederlandse geschreven of gesproken taal zoals wij die kennen, kan voor hen voelen als een tweede taal die moeilijker te begrijpen is.

De stukjes met gebarentaal in deze film zijn natuurlijk ondertiteld. Maar er zitten ook een paar voice-over-stukjes in de film, en die worden niet standaard ondertiteld. Daardoor zijn die fragmenten voor dove mensen niet te begrijpen. Ik vind dat jammer: zelfs een film over de dovengemeenschap is voor hen niet helemaal toegankelijk.’

Tekst gaat verder onder afbeelding

Ja, want is Nederland een beetje toegankelijk voor dove mensen?
‘Bij het maakproces van deze film werd ik me pas bewust van het feit dat er eigenlijk veel te weinig aandacht is voor dove mensen in Nederland. Filmmaker Alex de Ronde maakte in 2018 een film over zijn dove kind Tobias. Dat is eigenlijk de enige Nederlandse documentaire die ook buiten de dovengemeenschap is opgepikt. Bij Nederlandse breaking news-journaals waren vrijwel nooit gebarentolken aanwezig. Bijvoorbeeld ook niet bij de eerste verslaggeving van de tramaanslag in Utrecht. Heel Nederland is in rep en roer, maar het journaal kan niet gevolgd worden door de dovengemeenschap. Ik hoop natuurlijk dat het door Irma Sluis, gebarentolk bij de corona-persconferenties, is veranderd. Haar populariteit heeft mensen wakker geschud.’

En, hoe gaat het nu met Tom?
‘Goed! Afgelopen jaar is hij begonnen aan de middelbare school. Hij gaat naar een speciale school voor dove kinderen. Omdat de school helemaal in Groningen ligt wonen de meeste kinderen in (begeleide) woongroepen en gaan ze alleen in de weekenden naar huis. Tom ook, dat lijkt me extra spannend, om op zo’n jonge leeftijd al uit huis te gaan. Hij had ook kunnen kiezen voor een reguliere middelbare school, waarbij hij begeleid wordt door een doventolk. Ik kan me goed voorstellen dat hij voor deze speciale school kiest, daar voel je je misschien sneller thuis.’

Waar ben jij nu mee bezig?
‘Ik zit in de laatste fase van het maakproces over een héle andere documentaire: deze film gaat over een Belgische juf die onterecht is beschuldigd voor kindermisbruik.’

Dat is inderdaad een heel ander onderwerp.
Het zijn allebei onderwerpen die mij erg raken. Eerste maakte ik vooral films over persoonlijke ervaringen of dingen die ik van dichtbij heb meegemaakt. Dat verschuift zich langzaam naar andere thema’s. Maar het blijven onderwerpen die me raken, waar ik boos over kan worden. Bij Tom dacht ik bijvoorbeeld: Hallo, dove mensen zijn ook mensen in onze maatschappij. Waarom worden die buiten gesteld?’

Hoe gaat het maakproces van je nieuwe film met corona?
‘Ik had de eerste paar draaidagen van deze film net voor corona gehad. Ik dacht mijn film eerst pas over een jaar af te kunnen maken, maar veel beelden zijn van verlaten locaties, dus daar heb ik gelukkig wel kunnen draaien. Daarnaast was ik ook druk met andere projecten. Ik maakte bijvoorbeeld een ‘digitaal poppenhuis’, waar je kennis kunt maken met 25 Amsterdammers in coronatijd.’