De driejarige Lean komt verkleumd en verward aan in Griekenland. Samen met haar familie slaapt ze eerst voor een tijdje in de tenten aan de kust. Daarna begint de grote reis naar Zweden. Maandenlang zal ze zich samen met haar familie in grote groepen richting het beloofde land bewegen. Niet zonder slag of stoot, want er heerst een grote onzekerheid en de weg is lang. Voor Lean is het echter niet zo zwaar; haar kinderlijke vreugde is aanstekelijk en daarnaast is ze onvermoeibaar. De volwassenen worden keer op keer door haar opgevrolijkt. Het verdriet en de pijn van haar familie lijkt haar te ontgaan, maar of dat ook zo is?
Lean en een familielid