In een scène in de film leest hij een boek van Aristoteles en luistert muziek van Hef op de achtergrond. Ik zie dat als andere werelden.
‘Patrick is een acteur, maar hij heeft mij binnen deze filmperiode wel toegelaten tot wie hij echt is. Aristoteles is een inspiratiebron voor hem. Als dat niet zo was, had ik het geen deel laten uitmaken van de film, omdat ik echt een puur portret van hem wilde neerzetten. Hij wil zich ook niet op een andere manier voordoen dan hij is.’
Jouw film raakt een interessant vraagstuk: bij interviews kan zijn achtergrond niet losstaan van zijn theatertour.
‘Ik kreeg zo’n onprettig en boos gevoel bij dat fragment van Spijkers met koppen. Hij is aanwezig om te vertellen over een theatervoorstelling die hij regisseert. De allereerste vraag gaat niet over hoe hij de voorstelling aanpakt, of wat zijn visie is. Nee, Dolf Jansen focust puur op zijn straatverleden. Ik denk dat veel mensen het er niet mee eens zijn, hoe die vragen werden gesteld en hoe hij voor het blok werd gezet. Ik hoop dat anderen zien: dat is niet fair.’
Waarom moeten mensen jouw film zien?
‘Ik vind Patrick als persoon heel inspirerend. Een supercreatieve jongen die toffe dingen aan het doen is. Door middel van zijn verhaal wil ik mensen in beweging krijgen. Wanneer stel je welke vraag? Zie je een theatermaker alleen als onderwerp of ook echt als maker? Gaat het altijd om iemands verleden, of ook over hoe iemand nu bezig is? Ik hoop dat er een discussie ontstaat naar aanleiding van deze film, waarbij mensen zelf een mening kunnen vormen.’
Wat vond je lastig bij het maakproces?
‘Ik maakte deze film in m’n eentje: ik regisseerde, filmde en monteerde alles zelf. Daarin worstelde ik vooral met de verhaallijn: hoe bouw je een verhaal tot een mooie, genuanceerde documentaire? Tijdens dit proces werd ik gecoacht door onder andere Shamira Raphaëla en Frederieke Jochems. Zij hebben mij erg geholpen met deze zoektocht.’
Dit is de debuutdocumentaire van Niels Barendregt. Hij werkt bij productiebedrijf Kaaps in Rotterdam.