Renate Rubinstein worstelde in haar relaties met mannen en had een panische angst voor eenzaamheid, een gevolg van de deportatie van en moord op haar vader door de Duitsers in 1940. Ze zoekt haar uitweg in liefdesrelaties, waaronder een geheime, buitenechtelijke verhouding met Simon Carmiggelt. Haar reflectie daarop wordt in 1990 openbaar in het boek Mijn beter ik. Tijdens haar jeugd is ze lastig, later werd ze erom bewonderd door o.a. Propria Cures-redacteuren, van wie Aad Nuis er een is. Met hem trouwt ze. Vrij Nederland vraagt haar als columnist. Wekelijks verschijnen haar stukken onder het pseudoniem Tamar.

Regie: David de Jongh