Waarom heb je voor deze observerende vorm gekozen?
‘In de film zitten veel vaste kaders waarbinnen de personages bewegen. Daarmee wilde ik de nadruk leggen op de arena: binnen de muren van de kerk waar personages hun laatste momenten voor de sluiting van de kerk doorbrengen. Het is een stijlkeuze, maar ik vond het ook een inhoudelijke functie hebben: de ruimte komt veel beter tot zijn recht. Hierdoor miste ik soms wel goede scènes, juist omdat veel bijzondere momenten terloops plaatsvonden. Dat was af en toe frustrerend. Toch vond ik het belangrijk om niet te breken met deze stijl. Ik heb er ook voor gekozen om lange, trage shots te hanteren. Omdat het leven in de pastorie voor mij ook supertraag voelt. De tijd tikt langzaam door. Dat was voor mij zo’n rustmoment. Wat lekker, dacht ik. Zo kan het ook.’
De film is tragikomisch van opzet en bevat grappige scènes. Hoe hield je het integer?
‘Ik heb drie maanden lang bijna dagelijks contact gehad met mijn hoofdpersonen. Daardoor voelde ik: ik kan dit maken, dit is voor hun het dagelijks leven. Maar bij sommige scènes dacht ik wel: ‘jemig, gaat het er echt zo aan toe?’ Neem bijvoorbeeld een collecte met een vrijwel lege kerk. Of een zegening waarbij water wordt gesproeid op rijdende auto’s. Ik had dat overigens nog veel dramatischer en grappiger kunnen weergeven. Zo knalde een auto, direct na de zegening, hard tegen een paaltje. Ik hield deze scène lang in de film, maar realiseerde me dat dit vooral grappig is voor mij en niet voor de personages in de film.’
Staat de kerk nog overeind?
‘Toen de film af was, hebben we ‘m vertoond in de kerk. Die was toen al helemaal leeg, alleen de muren stonden nog overeind. Ik verwachtte alleen de hoofdpersonages en de betrokkenen, maar het halve dorp kwam opdagen. Iedereen reageerde super-enthousiast. Het gebouw wordt omgedoopt tot een high-tech cultuurcentrum. De gemeente wil dat er ook een functie blijft voor het dorp. Maar hoe dat wordt ingevuld, dat is nog een beetje onduidelijk. Er komt wel een horecagelegenheid naast de kerk. Ik moest gelijk denken aan buurten in Amsterdam Noord, waar een bruin café wordt vervangen door allemaal hippe barretjes. Ik denk dat de bewoners daar helemaal niet op zitten te wachten.’