Abel Vos 4 november 2022
In gesprek met regisseurs Amber IJpelaar en Tjanne van der Sanden
Ga naar een willekeurig bericht over aseksualiteit op sociale media en scroll door de reacties. Grote kans dat de heftigste afkeuringen en haatberichten je om de oren vliegen. Jonge makers Amber IJpelaar en Tjanne van der Sanden vonden het hoog tijd voor een documentaire over dit onderwerp.
Waarom een film over aseksualiteit?
Amber: ‘Er is nog geen enkele Nederlandse documentaire over aseksualiteit gemaakt. Dat vonden we belachelijk. Toen onze hoofdpersoon Tessa erachter kwam dat ze aseksueel is, kon ze er online weinig over vinden. Ze voelde zich erg alleen. Wij maakten deze film, en Tessa deed eraan mee, in de hoop voor meer acceptatie en zichtbaarheid.’
Wat hebben jullie geleerd?
Tjanne: ‘Ik realiseerde me door het verhaal van Tessa hoe normaal het wordt gevonden om bezig te zijn met seks, terwijl niet iedereen van seks houdt. En hoe normaal het is om van iedereen te verwachten dat iedereen van seks houdt. Met name in de studentencultuur is het normaal om op te scheppen over hoeveel bedpartners je hebt en dat je vanavond weer naar je scharrel gaat. Ik heb door dit maakproces pas echt geleerd hoe buitengesloten je je kan voelen wanneer jij dat niet hebt. Tessa vond het spannend om over aseksualiteit te praten. Hoewel ze een accepterende familie heeft, vond ze het toch moeilijk om het er met haar omgeving over te hebben. Dat is toch pijnlijk?’
Jullie maakten deze documentaire voor de minor CampusDoc aan de Hogeschool Utrecht. Hoe waren de reacties?
Tjanne: ‘We hebben vooral veel positieve reacties gekregen. Toch gaven sommige kijkers aan de film niet zo goed te begrijpen.'
Amber: ‘Ik denk dat het vooral was: iets dat je niet kent, is gelijk vreemd en eng. Ik denk dat mensen snel vooroordelen hebben: je hoeft het woord aseksualiteit maar op te gooien, en je weet dat mensen hun zegje klaar hebben zonder zich erin verdiept te hebben.’
Wat vond Tessa van de film?
Amber: ‘Tijdens het maakproces stond Tessa nog middenin haar proces van zelfacceptatie. Ook wist nog niet iedereen uit haar omgeving dat ze zich als aseksueel identificeert. Ze was er onzeker over. Dat was voor haar soms best zwaar. De docu was voor haar ook een proces, en soms een beetje therapie. Ze werd gedwongen over dingen te praten en na te denken. Na het filmproces, vlak voor de première, was Tessa bij Pride Utrecht en had ze de vlag die staat voor aseksualiteit bij zich. Dat vond ik een bijzonder moment omdat ik wist hoe onze film daaraan had bijgedragen. In twee maanden tijd heeft ze veel stappen durven zetten. Dat vind ik zo knap.’