Tegenlicht
Zaterdag is voor de doden
In Zuid-Afrika leven ca. 46 miljoen mensen, aangenomen wordt dat thans 6.3 miljoen Zuid-Afrikanen HIV-besmet zijn, in 2003 bedroeg dat aantal nog 5.3 miljoen. Jaarlijks sterven ca. 350.000 Zuid-Afrikanen aan de gevolgen van AIDS. Als gevolg hiervan floreert de begrafenisindustrie en barsten de begraafplaatsen uit hun voegen. ‘Zaterdag is voor de doden’ gaat over twee begrafenisondernemers die hun brood verdienen op Avalon: de bekendste, oudste en grootste begraafplaats van Soweto, die volgens insiders eind 2006 vol zal zijn.
Elizabeth Molefe is eigenares van de begrafenisonderneming Rebafeti Funeral Parlour, een klein bedrijf dat slechts vier begrafenissen per week afhandelt. Molefe startte haar bedrijfje omdat ze werkloos was. Het werk valt haar zwaar, de concurrentie is moordend. Bafana Sihlali is manager van Kay Vee Funeral Home. Zijn zaak loopt als een trein. Op een gewone zaterdag, de dag waarop de meeste begrafenissen plaatsvinden, kan hij wel 80 uitvaarten hebben. Bovendien heeft Sihlali goede relaties: hij sloot een lucratief contract met de overheid om de talrijke naamloze AIDS-doden, de paupers, te begraven. Paupers zijn veelal door hun familie verstoten vanwege het AIDS-stigma, of werden door de familie niet geclaimd, eenvoudigweg omdat de familie de begrafenis niet kan betalen. De lijken worden opgehaald bij de mortuaria van ziekenhuizen en politiebureaus. Sihlali verdient aan deze begrafenis, die bestaat uit nauwelijks meer dan het vullen van graven, 395 Rand (ca. 50 Euro) per lijk. Verreweg de meeste begrafenissen vinden in Soweto op zaterdag plaats omdat de familie zich niet kan permitteren op een andere dag vrijaf te nemen. Iedere zaterdag trekken honderden belangstellenden door de poort van Avalon, waar zich chaotische taferelen voltrekken.
De Zoeloe-meisje Minky (16) en Peaches (17) zijn daar ook te vinden. Zij belichamen in de film de jonge generatie van Soweto. Het lijkt onvermijdelijk dat zij, gezien hun riskante leefwijze, op termijn onderwerp zullen zijn van weer een begrafenis op Avalon.