Langs de grenzen van Turkije
Nieuwe buren: Syrië
Recent bloeide de relatie tussen Syrië en Turkije als nooit tevoren. De visumplicht was afgeschaft, de deuren naar het Midden-Oosten stonden wagenwijd open. De grens leek niet meer te bestaan. Hoe radicaal is dat beeld nu veranderd. De grens is een vestingmuur geworden. Vluchtelingenkampen huizen tienduizenden Syriers op de vlucht voor het regime. Turkije worstelt met zijn eigen rol in het conflict in het buurland. Steun aan het verzet tegen de dictator lijkt zo logisch, de wens tot een nieuw Syrië dat net als Turkije zowel islamitisch als democratisch is ook. Maar de gevolgen van dit beleid wegen zwaar op de Turken, die leven in het grensgebied. Deze overwegend alawitische bevolking - een islamitische stroming waar ook president Bashar Al-Assad toe behoort - siddert bij het zien van de talloze Syrische rebellen die nu hun steden en dorpen bevolken. Hun compassie met de vluchtelingen is omgeslagen in wantrouwen en soms zelf blinde haat uit angst dat zij het volgende doelwit worden. De lokale autoriteiten gooien olie op het vuur door Syriërs hun huurhuizen uit te jagen. Ondertussen stromen de grensposten in handen van de rebellen vol met vluchtelingen waar Turkije geen plaats meer voor heeft. Zo werd het Zuid-Oosten van Turkije in enkele maanden tijd tot een regio die op ontploffen lijkt te staan.