Ze zat bijna acht jaar in de gevangenis omdat ze schrijft over vrouwenemancipatie in Turkije. Haar radiostation werd regelmatig uit de lucht gehaald, maar nog steeds gaat Füsun Erdogan door met haar strijd voor een rechtvaardige wereld. Annemarie de Wit sprak haar over journalist zijn, persvrijheid en liefde achter de tralies.
Snel zet ze alle uitgetrokken schoenen keurig naast elkaar. “Alsjeblieft”, zegt ze met een paar instappers in haar uitgestoken handen. Füsun Erdogan (53) rent naar de woonkamer. Met haar jas nog half aan zet ze een paar grote stukken chocoladetaart op tafel. Net terug van de zoveelste vergadering, gauw even wat eten. Nu nog de koffie. Eén kopje komt eruit, maar daarna krijgt ze het apparaat niet meer aan de praat. Het is wennen in het huis van haar nicht in Rotterdam.
Een paar minuten later zit ze met een aanmaakbakkie op de bank en begint uit het niets te vertellen over hoe opgejaagd ze zich voelt sinds ze naar Nederland is gevlucht. “Ik heb het gevoel dat ik continu ergens moet zijn. Ik ben heel onrustig en constant ergens mee bezig. Mijn nicht probeert me vaak te kalmeren, dan zegt ze: doe eens rustig, er is geen haast. Maar door de tijd die ik heb verloren in de gevangenis denk ik vaak aan wat ik allemaal had kunnen doen en wat ik nog allemaal moet doen. Ik heb het gevoel dat ik heel veel moet inhalen.”
789 jaar en 7 maanden gevangenisstraf
Vijf maanden voor haar vlucht naar Nederland wordt de Turks-Nederlandse journaliste door een wetswijziging tijdelijk vrijgelaten. Na bijna acht jaar in de gevangenis mag ze haar hoger beroep in vrijheid afwachten; ze heeft echter wel een uitreisverbod. Een levenslange gevangenisstraf (36 jaar in Turkije) plus 789 jaar en 7 maanden hangt haar boven het hoofd en ze weet dat je voor een hoger beroep in Turkije niet hoopvol hoeft te zijn. Oktober 2014 lukt het haar de grens over te steken en vertrekt ze voorgoed naar haar familie in Nederland.
Je hebt bijna acht jaar in de gevangenis gezeten. Hoe hou je dat vol?
“Veel mensen worden er inderdaad gek, maar ik niet. Ik schreef heel veel over alles wat in de gevangenis gebeurde en ik had ook veel steun aan mijn vriend, die ook vastzat als journalist. Het werd ons echter niet makkelijk gemaakt. Eigenlijk mochten we elkaar eerst zelfs niet zien, omdat we allebei in een andere gevangenis vastzaten. Later heb ik een rechtszaak gewonnen waarin werd besloten dat ook echtgenoten die beiden vastzitten elkaar tien minuten per week mogen zien. Een paar jaar later werd Ibrahim overgeplaatst naar Gebze, de gevangenis waar ik ook zat. Daar waren ze zo strikt! We hadden dezelfde advocaat, maar zelfs als hij op bezoek kwam, zorgden ze ervoor dat ik eerst naar mijn cel werd gebracht, voordat Ibrahim eruit mocht. We mochten elkaar niet tegenkomen.”
Hoe hielden Ibrahim en jij jullie relatie in stand?
“We probeerden alles om met elkaar in contact te komen. Bij de broodronde vroeg ik de bewakers de groetjes aan Ibrahim te doen en te zeggen dat ik van hem hou. Dat deden ze altijd wel. We hadden ook twee à drie keer per week binnenpost, dan schreven we elkaar zo veel we konden. En een keer per week was het groentedag. Op een gegeven moment heb ik een peper gekocht en de zaadjes in een plastic bakje geplant. Na een tijdje groeide een peperplant op de binnenplaats. Daar knipte ik dan een paar blaadjes vanaf en die gaf ik aan de bewakers om aan Ibrahim te geven als een soort bloem. Het was best romantisch. Ik riep ook altijd als ik door de gang naar de eetzaal liep, dan hoorde Ibrahim dat vanuit zijn cel en klom hij op een stoel. Als ik dan terugkwam kon hij door het kleine raampje bovenin even naar me zwaaien.”
Vonden de bewakers dat goed?
“Nee, absoluut niet. Ze wilden het raampje ook eerst afplakken met folie, maar mijn vriend zei dat hij het er toch weer vanaf zou krabben. Toen hebben ze het maar zo gelaten. De bewakers zeiden ook weleens dat ze het mooi vonden om getuige te zijn van onze liefde, het raakte hen ook. We verzonnen van alles om onze relatie een echte relatie te houden. Zo hadden we bijvoorbeeld afgesproken elke 10e en 20e dag van de maand allebei aan elkaar te denken. We deden er alles aan om vervreemding voorkomen.”
In 2011 wordt de man van Erdogan vrijgelaten. Het OM is het daar niet mee eens en daarom loopt hij het gevaar snel weer opgepakt te worden. Hij besluit te vluchten naar Nederland, maar kan dit niet aan Erdogan laten weten. In november 2012 wordt zij geopereerd aan schildklierkanker. Wanneer ze zelfs in de operatiezaal niets van haar man hoort, voelt ze zich ‘meer dan eenzaam’. “Niemand kan de plaats innemen van mijn vriend, zelfs mijn zoon niet. Ik was heel boos. Vlak daarna werd uitspraak gedaan in mijn zaak en het zag er slecht voor me uit. Dat was een moment dat ik bijna gek werd. Ik dacht dat ik mijn vriend nooit meer zou zien. Mijn levenslange gevangenisstraf klonk nog minder zwaar dan dat.”
Flinke impact op relatie
Hoewel Erdogan straalt wanneer ze het over haar vriend heeft, weet ze dat de gevangenistijd en de tijd dat ze niet wist waar Ibrahim verbleef een flinke impact op hun relatie hebben gehad. “We hebben een hele duurzame relatie en ik ben zo verliefd, maar zelfs ik kon het op een gegeven moment niet meer aan. Op de dag dat ik mijn straf kreeg, 6 november 2013, besloot ik nog tot 10 februari 2014 te wachten. Als ik voor die dag nog niks van hem zou horen, zou ik onze relatie verbreken. 5 februari kwam mijn zoon Aktas langs en 8 februari kwam de envelop met daarin een brief van Ibrahim. Hij schreef in naam van iemand anders – zodat de bewakers niet wisten dat hij het was – dat ik niet zo gek moest doen. Ik telde de minuten, de uren en dagen voelden als een jaar. Toch leek het alsof we elkaar gisteren nog hadden gezien, toen we elkaar afgelopen oktober na meer dan twee jaar eindelijk weer zagen. Onze liefde is ontzettend sterk, maar het zijn dure verloren jaren geweest.”
"Ik ben het socialistische kind van een rijk gezin"
Je beroep is je duur komen te staan. Waarom wilde je ooit journalist worden?
“Het begon vrij willekeurig. Ik had als kind helemaal nog niet die journalisteneigenschappen als nieuwsgierigheid enzovoort. Ik was een fanatieke sporter, deed aan basketbal, tennis, volleybal. Ik ben zelfs aan een sportopleiding begonnen. Op een gegeven moment kreeg ik een bijbaantje bij een lokale krant en dat vond ik zo leuk, dat ik besloot journalist te worden.”
Wat vond je familie van die keuze?
“Mijn vader is overleden toen ik net op de middelbare school zat en mijn moeder bemoeide zich er eigenlijk niet zo mee. Ze is analfabeet en wist dus ook niet zo goed waar ik over schreef. We hadden het goed thuis: mijn vader was aannemer. Ik was het socialistische kind van een rijk gezin. Mijn familie zei altijd tegen mij: wat boeit je nou toch die arbeiders? Drink, eet, geniet van het leven! [lacht] Mijn idealisme paste totaal niet bij hun levensstijl.”
Was je je bewust van de gevaren van het beroep?
“Natuurlijk was ik me bewust van de gevaren. In Turkije kun je als journalist door de actuele antiterreurwetgeving zomaar worden bestempeld als terrorist, zoals bij mij uiteindelijk ook gebeurde. Als je oprechte journalistiek bedrijft, dus de waarheid brengt, en je niet binnen de opgelegde kaders van de overheid blijft, dan kan dat ernstige gevolgen hebben. Daar hield ik vanaf het begin rekening mee, maar dat ik zo lang vast zou zitten had ik nooit verwacht.”
Toch vindt Erdogan haar werk belangrijker dan het risico dat ze loopt om daardoor opgepakt te worden. Samen met Ibrahim schrijft ze vanaf 1989 voor een socialistisch weekblad, waar ze later een katern voor maakt met stukken over de problemen die vrouwen ondervinden in Turkije. Tot 1995 werkt ze voor de gedrukte pers. Op dat moment begint in Turkije de opkomst van radiozenders en richt Erdogan Özgür Radyo op, de Vrije Radio.
De programma’s die zij en haar collega’s maken zijn oppositiegericht en ze draaien veel Koerdische volksliederen. Het radiostation wordt in heel Istanbul en omstreken beluisterd en ook online heeft Özgür Radyo veel luisteraars. Daardoor valt de zender ook op bij het media-apparaat dat de Turkse radio en televisie reguleert, of ‘censureert’ zoals Erdogan het noemt. Özgür Radyo wordt als waarschuwing meerdere keren uit de lucht gehaald, soms voor een paar maanden, soms voor een jaar. Erdogan gaat echter na de ‘strafperioden’ steeds opnieuw door met dezelfde onderwerpen en dat is voor het Turkse media-apparaat onacceptabel. Erdogan wordt als hoofd van de radio opgepakt. Haar wordt ten laste gelegd dat de radio onderdeel is van de terroristische organisatie MLKP en dat zij die organisatie leidt.
"Wat je zegt vervliegt, maar wat je schrijft blijft"
Zelfs in de gevangenis ging je door met schrijven. Waarom?
“Het is aan de ene kant simpelweg wat ik graag doe, wat ik leuk vind. Aan de andere kant wil ik niet de slaaf worden van mijn angsten. Ik wilde dat de wereld zou lezen over de problemen in de gevangenis. Schrijven geeft bovendien betekenis aan mijn leven. Wat je zegt vervliegt, maar wat je schrijft blijft.”
Wat wil je met je stukken bereiken?
“Ik wil dat de wereld verandert, met name op het gebied van vrouwenemancipatie. Ik heb me daar altijd voor ingezet, omdat ik er persoonlijk van ben overtuigd dat vrouwen bevrijd moeten worden. Ik weet zeker dat de tijd en energie die ik hierin stop voor mij en mijn medevrouwen veel zal opleveren. Als we allemaal niks doen voor de mensheid, dan is deze wereld onleefbaar. En daarom moeten wij allemaal onze offers brengen, zoals ik mijn vrijheid.”
Vind je zelf dat er grenzen zouden moeten zitten aan wat je mag zeggen en schrijven? “Nee, zeker niet.”
Moet dan alles kunnen?
“Nou, ik vind bijvoorbeeld niet dat de een het recht heeft om de ander te beledigen. Wanneer andermans vrijheid door jouw vrijheid in gevaar wordt gebracht, dan valt dat naar mijn mening niet meer onder de vrijheid van meningsuiting.”
In Turkije is het op dit moment verboden om op Facebook de profeet Mohammed te beledigen. Wat vind je daarvan?
“Ik ben eigenlijk principieel tegen verboden en denk over het algemeen dat regels zijn gemaakt om te breken. Hoewel ik wel vind dat je de religie van anderen moet respecteren. Je mag wel kritisch zijn, maar je kritiek moet binnen de kaders van beschaafdheid vallen. Ik ben zelf atheïstisch, maar ik ben er niet voor om de profeet van de moslims of bijvoorbeeld Jezus te beledigen. Ook vrijheid van religie is belangrijk.”
Waarheid achterhalen
‘Vrijheid ligt ten grondslag aan alles’, is het motto van Erdogan en daar zal ze haar hele leven voor blijven vechten. Een rechtvaardige wereld, daar zou ze alles voor over hebben. Volgens haar kunnen journalisten daar een grote rol in spelen: “Ze moeten strijd leveren tegen problemen, zorgen voor pluriformiteit en de waarheid achterhalen. Media bepalen het wereldbeeld van de volkeren in een land, die verantwoordelijkheid moeten journalisten niet vergeten.”
Heb je er ooit aan gedacht om te stoppen met je werk?
“Nee, hoewel mijn familie daar na een tijdje wel vaak op aandrong. Heel vaak, zelfs. Mijn moeder, Aktas… Aktas zegt tot op de dag van vandaag nog tegen me: maak gewoon eten, word lekker een huisvrouw. Maar dat zou ik nooit kunnen. Als ik alles over zou moeten doen, zou ik het precies hetzelfde doen. Ik heb me nooit afgevraagd of het wel goed is wat ik doe, omdat ik weet dat ik het juiste doe. De wereld verandert niet zomaar, daar moet je iets voor doen. Ik ben en blijf voor altijd journalist.”
Annemarie de Wit
Annemarie de Wit (1992) groeide op in Zoetermeer en ging na het vwo naar de School voor Journalistiek in Utrecht. Tijdens haar studie liep zij onder meer stage bij RTL's Editie NL en volgde masterclasses in New York voor het Honours Programme CampusDoc. Samen met toenmalige studiegenoot Pieter Munnik maakte zij voor dit documentairevak de korte film Tralies zonder einde, waarin de twee jonge makers de strijd vastleggen van Aktas Erdogan, wiens moeder en journaliste Füsun Erdogan in de Turkse gevangenis zit. Sinds haar afstuderen werkt Annemarie als redacteur voor RTV Utrecht en het NCRV-televisieprogramma Man bijt hond.