Het hospiteerseizoen is al enige tijd geopend, maar de competitie is fors. De kamernood in grote steden houdt aan en jaarlijks komen er duizenden kamerzoekers bij. Een landelijk tekort van 40.000 studentenkamers, zoals onlangs bleek uit de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting, maakt de zoektocht er niet makkelijker op. Zolang die ruime doch betaalbare studentenkamer niet uit de lucht komt vallen, ben je overgeleverd aan de nachtmerrie van menig student: de hospiteeravond.

Door: Jasmijn Missler

“Je moet het spelletje meespelen,” begint Teun Bijman (25) onze sessie. In Utrecht en Amsterdam steekt hij tot wanhoop gedreven studenten een hart onder de riem als hospiteercoach. Teun verbaast zich over het gemak waarmee studenten hospiteeravond na hospiteeravond afgaan, om telkens weer afgewezen te worden. Immers, “waarom zou je je tot in de puntjes voorbereiden op een solliciteergesprek of presentatie, maar niet op een hospiteeravond?”.

Daar zit iets in. Niet zelden ben je op zo’n avond omringd door tientallen hospitanten. Als iedere kandidaat vrolijk verkondigt ‘zijn of haar eigen ding te doen maar ook altijd in te zijn voor een drankje’, is het moeilijk een onuitwisbare indruk achter te laten. Oftewel: je moet jezelf zien te onderscheiden van de rest. Maar hoe?

Genadeloos maar waar: na afloop vergeten de bewoners nagenoeg negentig procent van de aanwezigen.

"

“Je hebt meer invloed op de uitkomst dan je denkt,” verzekert Teun mij. Een hospiteeravond is meestal opgebouwd uit een aantal vaste elementen: de begroeting, het voorstelrondje, de vragenronde en een rondleiding. Genadeloos maar waar: na afloop vergeten de bewoners nagenoeg negentig procent van de aanwezigen. Slechts enkelen behoren tot de eindselectie. Jouw doel is om bij de laatste drie tot vijf namen te zitten, koste wat kost.

“We kunnen urenlang aan je zwakke punten werken om deze minder zwak te maken, maar verstandiger is om je sterke punten optimaal te benutten,” aldus de hospiteercoach. Ben je een moppentapper of in je element in groepen? Dan kom je vanzelfsprekend beter uit de verf in de collectieve onderdelen. Ben je meer op je gemak in een-op-een-situaties? Wees dan extra aanwezig in het begin en als jij jezelf voorstelt.

“Een eerste indruk duurt maximaal vijf tot tien seconden,” legt de coach uit. Een stevige handdruk met een opgewekt gelaat doet wonderen. Wees ook niet bang om veel oogcontact te maken. Teun vraagt mij om mijn pen en in de veronderstelling dat er een schematische illustratie komt, gehoorzaam ik. Tot hij de balpen op zijn bovenlip balanceert: “Een oud trucje uit de theaterwereld,” lacht hij. Het zou de lipspieren ontspannen zodat je er vriendelijk uitziet. Jezelf een peptalk in de badkamerspiegel geven, zou ook al helpen. Ik begin me af te vragen of ik zijn advies ter harte moet nemen. Pen en peptalk daargelaten, groet je aanstaande huisgenoot in ieder geval vrolijk en zelfverzekerd.

Terwijl een afgeladen woonkamer je vol afwachting aanstaart, som je een inhoudsloos feitenrijtje op: naam, leeftijd, studie en woonplaats. “Een fatale fout,” volgens Teun.

"

Na de begroeting heb je even de tijd voor de laatste hospitant is gearriveerd, mits je er op tijd bent. Wacht dit moment niet af om je zenuwen in bedwang te houden, maar gebruik deze spaarzame minuten om de bewoners stuk voor stuk op te zoeken en direct contact te maken. Nog voordat de hospiteeravond is begonnen, sta je nu al twee punten voor, verklaart Teun.

Daarna begint het toneelstuk pas: het afgrijselijke voorstelrondje. Maar, hoe gruwelijk ook, “dit is het enige moment dat iedereen zijn klep dichthoudt en naar jou moet luisteren.” ‘Dus.. vertel eens iets over jezelf.’ Terwijl een afgeladen woonkamer je vol afwachting aanstaart, som je een nietszeggend feitenrijtje op: naam, leeftijd, studie en woonplaats. “Een fatale fout,” volgens Teun. Het maakt de bewoners werkelijk niets uit of je uit Amstel- of Waddinxveen komt: “jouw enige opdracht is om hen zoveel mogelijk haakjes te geven om een gesprek mee te starten.” Vertel bijvoorbeeld over je atypische interesses of hobby’s. Som niet alleen op, maar leg ook uit waarom je die ene bezigheid, film of kunststroming zo leuk of interessant vindt. In het ideale geval verlies je je in een gesprek van vijf tot tien minuten: “Het beste wat er kan gebeuren is dat een bewoner zegt: ‘we moeten door naar de volgende, anders is er geen tijd meer.’”

Hospiteercoach Teun baseert zijn lesstof losjes op zijn afgeronde studie International Business en Management, salestechnieken, sollicitatietrainingen en zijn eigen ervaringen met hospiteren. Tijdens een stoomcursus van anderhalf uur haalt hij hier en daar onderzoeken aan over eerste indrukken, lichaamstaal en welke kleur trui een gunstig effect kan hebben (tip: rood of wit). Er bestaat geen gouden tip of waterdichte methode om je droomkamer te bemachtigen: “Uiteindelijk blijft het toch een kwestie van geluk hebben.”

De hospiteercoach is in augustus begonnen en heeft sindsdien zijn handen vol. Na september verwachtte Teun een terugloop in klandizie, maar studenten blijven wekelijks bij hem aankloppen. Sommigen schakelen zijn hulp in na tien pogingen, anderen hebben al dertig keer gehospiteerd zonder succes. De voornaamste reden? Velen slagen er niet in om zichzelf in korte tijd te presenteren of verkopen, en durven dat soms ook niet: “Een grote groep mensen laat zich wegcijferen en verdwijnt op zo’n avond naar de achtergrond.”

De behoefte aan hospiteerhulp is er dus wel. En in steden als Amsterdam en Utrecht, die verreweg de grootste studentenaantallen moeten huisvesten, is dat geen verrassing. Zakt de moed je in de schoenen na de zoveelste hospiteeravond? Troost jezelf met de gedachte dat een afwijzing zelden persoonlijk is. Bovendien kan een bezoek aan de hospiteercoach voor onervaren en introverte hospitanten geen kwaad.