Een populatie van supermensen. Dat was Robert Grahams idee toen hij de Repository for Germinal Choice oprichtte. Ook wel bekend als de Nobelprijs-spermabank. Hij zag groot gevaar in het feit dat de mensheid aan het ‘verdommen’ was. In zijn ogen houden we juist de zwakkeren in leven en krijgen zij meer kinderen. Zijn missie om de menselijke genenpool te verbeteren begon met het bellen van Nobelprijswinnaars (in de wetenschap) in California om hen te vragen hun briljante genen te vermenigvuldigen. Hij compenseerde de donors niet en ook de ontvangers betaalden hem niet. Ondanks beschuldigingen van onethische praktijken aan zijn adres, zijn er soortgelijke ontwikkelingen te zien. Met de komst van CRISPR- technologie en kan DNA worden geschreven. Met andere woorden: het ontwerpen van mensen (designerbaby’s) is dichterbij dan ooit.
Nicholas Isel is één van de 215 baby’s die geboren is uit het sperma van de Nobelprijs-spermabank, die inmiddels is gesloten. Geen van hen zijn ook daadwerkelijk verwerkt door Nobelprijs winnend zaad. De eerste vijftien jaar van zijn leven voelde Nicholas altijd dat er iets niet klopte. Hij voelde geen enkele band met zijn asociale stiefvader. Toen hij de waarheid te horen kreeg, begon de zoektocht naar zijn biologische vader. Gezien donors anoniem doneerden, kostte het hem meer dan een jaar met de hulp van journalist David Plotz om hem te vinden. Nicholas is nu 32 en is toegewijd aan het vertellen van zijn verhaal en het veranderen van de wet. We spreken hem over zijn kijk op de vruchtbaarheidsindustrie, zijn genetische ziekte, zijn angst voor de toekomst en de missie die hij zichzelf heeft opgelegd.