In ‘In het hoofd van mijn zusje’ probeert Ingrid Kamerling te begrijpen wat er omgaat in het hoofd van Vivian die alles had, maar dat zelf niet zag. Weet Ingrid na het afronden van de film waarom Vivian en sommige andere jongeren zo radeloos raken dat ze tot zelfdoding overgaan? Ingrid licht toe: ‘’Het blijft heel lastig om één oorzaak aan te wijzen. Meerdere factoren spelen een rol. Zo is er veel concurrentie door bijvoorbeeld social media en krijgen jongeren veel prikkels in deze maatschappij. De kosten voor een tweede studie zijn enorm verhoogd en daardoor is de druk om in één keer de juiste keuze te maken nog groter. Ondertussen willen ambitieuze, jonge mensen ook van alles naast hun studie doen: een bestuursjaar, meerdere buitenlandstages, cum laude afstuderen en een levendig sociaal leven. Als je dan ziek wordt en psychische klachten krijgt, zinkt de moed je in de schoenen. Maar komt daar zelfdoding uit voort? Dat kun je nog niet zeggen. Het heeft ook te maken met de levensfase waar je in zit: tot je vijfentwintigste kan je nog niet alles relativeren omdat je hersens nog niet volgroeid zijn en je zoekende bent naar je identiteit. Daarnaast zijn je genen natuurlijk ook belangrijk. Als je perfectionistisch en faalangstig aangelegd bent en veel behoefte hebt aan controle ben je gevoeliger voor suïcidale gevoelens. ‘’
In de intieme documentaire ‘In het hoofd van mijn zusje’ van regisseur en psycholoog Ingrid Kamerling (36) onderzoekt de filmmaker wat er in het hoofd van haar zusje Vivian omging die in 2010 een abrupt einde maakte aan haar leven. We spraken met de regisseur over de impact van haar film en wat ze nu doet.
Jongeren en stress
De cirkel doorbreken
Als ervaringsdeskundige en psycholoog heeft Ingrid Kamerling veel kennis van dit onderwerp. Na het maken van ‘In het hoofd van mijn zusje’ werkt ze weer in deeltijd als psycholoog. In die hoedanigheid ziet ze regelmatig mensen die kampen met suïcidale gedachten. ‘’Zij geven vaak signalen af aan hun omgeving in de vorm van puzzelstukjes. Dat deed mijn zusje ook. Verschillende personen vertellen ze stukjes van hun verhaal. Als die stukjes niet verbonden worden, ziet de omgeving niet hoe groot het probleem is.’’ Kamerling creëert als psycholoog zo veel mogelijk verbinding. ‘’Samen met de patiënt bel ik als het lukt de familieleden, op de speaker, om te vertellen wat er speelt. We leggen samen de puzzel, zeg maar. Hoewel ze de eerste stap zelf niet altijd zetten, zijn patiënten hier wel blij mee. Het is fijn als je omgeving weet hoe het echt met je gaat: het maakt je minder eenzaam.’’
Maar wat kun je doen als je als vriend of familielid ziet dat iemand afglijdt en diegene er niet over praat? ‘’Bespreek het toch met hem, hoe eng dat ook is. Mensen waarderen het vaak als je erover begint. Reageer begripvol en rustig. Als je zelf geen uitweg meer ziet, raad ik ook aan om het te delen met je omgeving en aan de bel te trekken bij professionals. Doorbreek de cirkel van negatieve gedachten, bijvoorbeeld met therapie of medicijnen. ‘’ Ligt er niet ook een verantwoordelijkheid bij de maatschappij, scholen of werkgevers? ‘’Een stresscursus of cursus omgaan met tegenslagen vanuit de universiteit of werkgever kan helpen. Ook is het goed als er bij jongeren niet alleen maar ingezet wordt op prestaties, maar ook op welbevinden. Het zou helpen als we ons kwetsbaarder en eerlijker opstellen en niet alleen successen maar ook twijfels delen. Tegelijkertijd weet ik inmiddels dat je heel veel kunt doen, maar dat sommige dingen ook gewoon niet te controleren zijn. Hoe triest dat ook kan zijn.’’
Het verhaal staat niet op zichzelf
In 2010 studeerde Ingrid Kamerling aan de AKV St. Joost, toen haar zusje Vivian overleed. Vivian had professionele hulp en sprak soms over haar twijfels en angsten, maar niemand wist hoe slecht het echt met haar ging. Haar dood was een grote schok. Kamerling vertelt: ‘’Ondanks, of juist door mijn verdriet en onbegrip ben ik in die tijd gaan filmen. Want hoe gruwelijk het ook is; de situatie inspireerde mij tot het maken van bepaalde beelden. Ik probeerde mijn gevoelens vast te leggen via de camera, maar hiermee had ik nog geen doel.’’ Korte tijd later won ze met haar afstudeerfilm een Wildcard. ‘’Ineens had ik het geld en de vrijheid om te gaan maken wat ik wilde.’’ Het was tijd om een filmplan te schrijven. ‘’De rauwe beelden die ik kort na haar dood maakte, behield ik. Daar voegde ik twee lagen aan toe: een inhoudelijke laag en een meer associatieve laag waarin ik een sfeer weer wil geven.’’ Ingrid leefde zich zoveel mogelijk in in haar zusje. Als een detective zocht ze alles door wat er te vinden was: dagboeken, e-mails, enzovoort. Daarnaast sprak ze iedereen uit Vivians omgeving, van beste vriendinnen en haar ex-werkgever, tot dates en vrienden van vrienden. Ze kleedde zich zelfs in de kleding van Vivian. Door in die toestand te filmen deed ze haar best om de sfeer waar haar zus in zat weer te kunnen geven. ‘’Ook de cameraman Jefrim Rothuizen deed mee aan dit proces en leefde zich zo goed in dat hij verschillende beelden zonder mij kon draaien, bijvoorbeeld op de Uithof. Onze samenwerking was heel fijn. Als ik een idee van een beeld had, vonden we dat niet altijd, maar liepen we wel tegen iets anders moois aan.’’
Tijdens de interviews voor ‘In het hoofd van mijn zusje’ werd Ingrid overspoeld met informatie. ‘’Wat ik heel treffend vond was dat de mensen uit Vivians omgeving in Utrecht niet zagen hoe het met haar ging, omdat het met hun ook niet goed ging door soortgelijke stress.’’ Het begon bij haar te dagen dat Vivians verhaal absoluut niet op zichzelf stond. ‘’Uit cijfers blijkt dat suïcide in bepaalde groepen onder jongeren doodsoorzaak nummer één is. In 2010 was daar nog weinig aandacht voor in de media. Tijdens vertoningen hoorde ik steeds meer en meer verhalen van mensen die zich in Vivian of in mij herkenden en inmiddels ken ik een grote groep mensen die ook hun geliefde of zichzelf bijna verloren hebben aan de suïcidale gevoelens door angsten.’
Impact
‘’Die vertoningen waren waardevol voor mij, maar ook voor bezoekers. De nagesprekken waren erg openhartig en er ontstonden veel onderlinge contacten. Vivian had dat mooi gevonden, zij koppelde graag mensen aan elkaar’’ besluit Ingrid. ‘’Mijn zusje besefte zich niet dat er meer mensen waren die met dit probleem kampen. Het was heel fijn geweest als ze bij de vertoningen zou hebben gezien dat ze niet alleen was. Als zij nog had geleefd, had ze misschien wel veel baat gehad bij deze film. Ik hoop dat ik er andere mensen mee kan helpen.’’ Ingrid vervolgt: ‘’Als je een film met hart en ziel maakt, kun je er heel veel impact mee creëren. Dat had ik mij nooit zo gerealiseerd. Mensen deelden door de film bijvoorbeeld voor het eerst hun eigen suïcidale gedachtes met hun vrienden.’’ Er was geen impactcampagne opgezet naast de documentaire, hoewel ‘In het hoofd van mijn zusje’ zich daar goed voor zou lenen. ‘’ Impactcampagnes leefden toen nog niet zo. Onofficieel was die campagne er natuurlijk wel. Ik onderhield contact met ggz-instellingen en universiteiten en regelde zoveel mogelijk filmbesprekingen met publiek. ‘’ De film maakte zij met haar crew in eerste instantie voor filmhuizen en festivals. Kamerling besloot na enige tijd toch om de film nu ook op televisie te vertonen. ‘’Het sound design is echt gemaakt voor een bioscoopervaring en de inhoud is zo intiem dat ik de film niet zo geschikt vond voor een televisie- of online vertoning. Desalniettemin waren er zoveel mensen geïnteresseerd in het verhaal dat het zonde is om hem niet voor een groter publiek te vertonen. Wel heb ik de televisieversie ietwat ingekort. Sommige uitspraken zijn mij te kwetsbaar en te persoonlijk voor het televisiepubliek.’’
Voorbijrazende trein
Ingrids favoriete scene met de voorbijrazende trein heeft ze intact gelaten. ‘’Sommige kijkers noemden dit de sleutelscene van de film. Voor mij is deze scene erg belangrijk omdat alles hierin samen komt. Zowel Vivian als ik maakten mee dat onze emoties over ons heen walsten, alsof het een trein is die plots langs dendert. Bij deze scene weet je als kijker niet naar wie je kijkt, onze personages vallen samen. Je wordt meegenomen in de beleving. Ik vind het heel fijn om zo’n onderstroom in een film te stoppen die een beleving creëert. Dat vind ik belangrijker dan alles wat er gezegd wordt.’’
Over Ingrid Kamerling
Ingrid Kamerling studeerde psychologie, deed een master Journalistiek en media en de kunstacademie. Momenteel werkt ze twee dagen in de week als psycholoog. In de overige dagen werkt ze aan een documentaire voor KRO-NCRV over de creatieve kant van psychoses en aan de serie ‘De TBS-tapes’. Eerder maakte zij de Teledoc Campus ‘Na de zomer’ en de jeugddocumentaire ‘Geluiden voor Mazin’.