Onlangs berichtte NRC dat er 30.000 ‘moderne slaven’ leven in Nederland. Van der Leun is hier, zoals het een wetenschapper betaamt, kritisch over: ‘De cijfers bestaan uit schattingen die onbetrouwbaar zijn. Je hebt ook organisaties die het willen doen voorkomen als een heel groot fenomeen, omdat het dan meer aandacht krijgt. Maar heel veel weten we niet. In een internationaal rapport dat onlangs verscheen werd gezegd dat maar 1 op de 6 gevallen wordt ontdekt.’
Hoewel slavernij een oud begrip is, werd slavernij-achtige uitbuiting buiten de seksindustrie pas halverwege de jaren negentig in het Nederlandse wetboek van strafrecht opgenomen. ‘Er was toen wel verbazing in Nederland, en ook een beetje bij mijzelf. Bij slavernij heb je eerder associaties met andere landen en het verleden’, vertelt de hoogleraar. ‘We hadden van oudsher veel aandacht voor vrouwenhandel; uitbuiting in de prostitutie. Er werden in de jaren negentig in het kader van de mensenhandelaanpak Europese afspraken gemaakt voor strafbaarstelling van uitbuiting. Toen moest Nederland daar ook over na gaan denken. Interessant is dat wanneer je niet echt een term hebt om een verschijnsel te benoemen, dat ook niet herkend wordt in de samenleving.’
Tekst gaat verder onder afbeelding