Onze huidige computers bevinden zich in de dreuzelwereld. Ze kunnen de banen van miljoenen sterren tegelijk berekenen, maar bij een computersimulatie van een molecuul groter dan twintig atomen, begint de grootste Chinese supercomputer heen en weer te schudden en rook uit te spugen.
Het exact berekenen van een eiwit van duizenden atomen ligt ver buiten het bereik van de huidige supercomputers. Om enzymen en andere complexe moleculen te kunnen simuleren zijn klassieke computers ongeschikt. Daarom moeten medische wetenschappers medicijnen nog steeds testen op proefdieren en mensen.
Het geheim van de quantumcomputer is dat hij niet werkt met bits, die alleen 1 of 0 kunnen zijn, maar met qubits die 1 én 0 tegelijk kunnen zijn. Als een lamp die zowel aan als uit is. Een quantumcomputer met meerdere qubits kan zich als het ware opsplitsen in een hele reeks computers in parallelle universa.
De quantumcomputer was tot voor kort een wazige droom. Iets wat alleen op papier bestond. Onmogelijk om te maken. Een beetje zoals de trap van Escher waarop monniken in dezelfde richting lopen, maar tegelijkertijd ook eindeloos naar boven en naar beneden lopen. Zo’n trap kun je tekenen, je kunt hem alleen niet echt bouwen.
Maar we bevinden ons in een bijzondere tijd. Onlangs zijn natuurkundigen erin geslaagd om echte quantummachientjes te bouwen. Natuurkundigen bestuderen en beschrijven de quantumwereld niet meer alleen, ze manipuleren die nu ook. In 2009 slaagden Andrew Cleland en John Martinis erin om een minuscuul stukje metaal, vergelijkbaar met een microscopisch kleine duikplank, op twee manieren te laten trillen. Tegelijkertijd. Alsof de wereld zich in tweeën had gesplitst en er een dikke man en een klein jongetje op hetzelfde moment op de duikplank stonden te springen.
Het bizarre van deze quantummachientjes is dat ze verdwijnen als we ernaar kijken. Al gebruiken we een supermicroscoop zo groot als een raket, we zien alleen maar enkelvoudige dreuzeldingen. Zo is het ook met qubits. Als we ernaar kijken veranderen ze in gewone bits. Dit maakt het bouwen van een quantumcomputer extreem lastig. We moeten qubits aan elkaar koppelen, zonder dat we ze verstoren.