Regisseur Suzanne Raes wilde een film maken over het Binnenhof. Daarvoor ging ze samenwerken met politiekverslaggever Liesbeth Witteman, waarmee ze eerder al Haagse Klasse maakte. De leidende vraag voor de film werd: is de parlementaire democratie aan renovatie toe?
De Haagse politiek is voor de meeste mensen ongrijpbaar en de oorzaak van veel wat fout gaat in Nederland. Regisseur Suzanne Raes, overtuigd democraat, voelt ook een afstand tot het Binnenhof. ‘Maar waarom eigenlijk? Waarom vond ik Job Cohen fantastisch toen hij burgemeester van Amsterdam was maar vreselijk als politicus in de Tweede Kamer? Wat gebeurt er met mensen tussen die Haagse muren? Vanuit die verwondering is de documentaire Hart van de democratie ontstaan.’
Was het moeilijk om toegang te krijgen tot de Tweede Kamer?
‘Ja, want je mag als pers niet overal filmen en de gangen zijn van politieke partijen. Dus dan moet je aan de voorlichters toestemming vragen.’
Wat heeft je het meest verrast in de tijd dat je daar rondliep?
‘De wederzijdse verstrengeling tussen de politiek, journalistiek en voorlichters. De politieke verslaggevers lijken soms samen met de fractievoorzitters en voorlichters te bepalen wat het nieuws van de dag wordt. We filmden op de ‘Patatbalie’ (de ruimte waar politiek, voorlichting en pers elkaar treffen) een keer een overleg tussen een NOS-journalist en een voorlichter en die reageerden als door een slang gebeten. Het is niet de bedoeling dat dat soort ‘voorwerk’ naar buiten komt. Je ziet die verstrengeling in de film ook op het moment dat Rutger Castricum Sybrand Buma omhelst als hij aankondigt te vertrekken. Natuurlijk is dat grappig voor de kijker, maar er zit zeker ook een bepaalde vriendschappelijkheid in. En dat vind ik heel ongemakkelijk. Natuurlijk moet je als journalist het spel meespelen. Je moet politici en voorlichters kennen. Maar je moet wel een duidelijke grens trekken en je onafhankelijkheid bewaren. Politiekverslaggevers Kees Boonman en Charlotte Nijs, de hoofdpersonages uit de film, doen dat en zijn daardoor ook een soort buitenstaanders, maar dat doet lang niet iedereen. Echt politiek nieuws komt meestal niet bij parlementaire verslaggevers vandaan, maar bij onderzoeksjournalisten. Ik vind parlementaire journalistiek soms dan ook meer lijken op sportjournalistiek. Een beetje langs de lijn allemaal dezelfde vragen stellen.’
Tekst gaat verder na afb.
Heeft Den Haag zich nog bemoeit met de montage?
‘Nee. Maar het was wel lastig het verhaal goed te monteren. We hadden namelijk een eerste versie gemaakt en een aantal mensen ernaar laten kijken. Die zeiden na het zien van de film ‘nu mag er wel een bom op het Binnenhof’. Maar dat wilde ik juist niet! De documentaire moest ook hoop geven.’
Waar zie jij hoop dan in de documentaire?
‘Nou, in de mensen die het verschil proberen te maken en zich iedere dag afvragen hoe de wereld buiten het Binnenhof door hun werk vooruit kan. Goede journalisten en politici die niet teveel met zichzelf bezig zijn. En ook in journalisten die hun taak als controleur van de macht heel serieus nemen. Maar ook iemand als Khadija Arib brengt hoop. Zij bewaakt echt het democratisch proces en de omgangsvormen in de Kamer. Maar de vraag blijft of politici in staat zijn zelf de politiek te hervormen. Als je je daarover bezorgd voelt na het zien van deze documentaire is dat ook goed, hoor. Want ik vind ook dat de film mag prikkelen.’
En wat is jouw eigen conclusie na een jaar rondlopen in de Eerste en Tweede Kamer: is de democratie aan een renovatie toe?
‘Ja, ik denk dat we meer mensen bij politieke beslissingen moeten betrekken en dat de politiek veel beter moet uitleggen waarom beslissingen worden genomen en waarom er soms dingen misgaan. Een van de problemen is dat politieke partijen maar een klein deel van de bevolking vertegenwoordigen. Ook vind ik het jammer dat door de vaste afspraken uit het regeerakkoord de functie van de Kamer is uitgehold; echte vlammende debatten zijn er te weinig. De houdgreep die politici, voorlichters en journalisten op elkaar hebben is ook gevaarlijk. Door de massa camera’s is het voor politici haast niet mogelijk nog een authentiek antwoord te geven. Voorlichters zijn doodsbang dat hun politicus een fout begaat en halen daardoor elke menselijkheid en enthousiasme uit hen. In Hart van de democratie hebben we de leukste momenten met Khadija Arib gefilmd toen de voorlichter even niet aanwezig was. De journalistiek is voor een goed functionerende democratie enorm belangrijk en ik vind dat de parlementaire journalistiek nu niet goed genoeg functioneert. Je bent er als journalist niet om vrienden te maken, maar om de macht te controleren en de burger juist en overwogen te informeren. Want als mij iets duidelijk werd na anderhalf jaar Binnenhof was het dit: mijn beeld van politici is compleet afhankelijk van wat journalisten en voorlichters laten zien.’