Op 17 december 2010 kreeg de 26-jarige Tunesische fruitverkoper Mohamed Bouazizi problemen met de politie. Ze namen zijn waar in. Geld om ze af te kopen (een dagelijkse gang van zaken), had Bouazizi niet. Uit pure wanhoop stak hij zichzelf in brand. Vanaf dat moment ontstaan er enorme protesten. De mensen zijn het onrecht, de corruptie en het dictatoriale regime zat. Al snel slaat de onrust over op andere landen in de regio die met dezelfde problemen kampen. Van Syrië tot Egypte laten mensen hun stem horen: ze zijn klaar met hun leiders.
Jamal Khashoggi was een groot voorstander van de Arabische lente. Khashoggi was zijn thuisland ontvlucht omdat hij als journalist niet vrijuit mocht spreken, en de vrijheid om zich te kunnen uiten was voor hem heel belangrijk. Hij sprak zich onder andere uit in columns in de Washington Post, en zette in 2015 het nieuwskanaal Al-Arab op, uitgezonden vanaf een eiland voor de kust van Saoedi-Arabië. Alleen werd de zender na 11 uur al uit de lucht gehaald.
In zijn allerlaatste column voor de Washington Post pleit Khashoggi voor een vrij Arabisch medium. ‘The Arab world needs a modern version of the old transnational media so citizens can be informed about global events’, schrijft hij. Wat niet veel mensen weten, is dat die wens na zijn dood is uitgekomen, vertelt Al-Zwaini. “Een groep van activisten is het platform DAWN (democracy for the Arab world now) begonnen. Ze publiceren ook in het Arabisch, en dat is vooral iets waar de leiders van Saoedi-Arabië heel bang voor zijn. Niet wapens of terroristen, maar vrijheid van meningsuiting is voor hun de grootste bedreiging.’
Al-Zwaini: ‘De Arabische lente ging niet zozeer over democratie, maar over de vrijheid van expressie. En nog dieper dan dat: het ging over menswaardigheid. In het Midden-Oosten hebben ze het ook liever over de ‘Dignity Revolutions’, in plaats van de Arabische lente. Je kunnen uiten is zo’n instinct voor de mens, dat kan je niet voor altijd onderdrukken.'
Tekst gaat verder onder afbeelding