Thanatofobie, kent u die uitdrukking? Doodsangst voor de dood is het, niet in verhouding staand tot reële gevaren of de sterftekans op het moment van beven. Het kan dusdanig verlammend zijn dat iemand niet alleen uitvaarten of andere zaken die met overlijden te maken hebben mijdt, maar bij voorkeur thuisblijft om niet het risico te lopen daarbuiten ergens het loodje te leggen.
Radiomaker Marten Minkema is 46 en betrapt zichzelf erop in toenemende mate te denken aan het einde. In Radio doc onderzoekt hij zijn vrees. Gaat die over de mogelijke lijdensweg ernaartoe, over de gedachte er zelf niet meer te zijn terwijl al het andere gewoon doorgaat, betreft het het idee van de vergankelijkheid van alles wellicht?
Minkema, vader van een zoontje van vijf, overleefde al een niet-kloppende kankerdiagnose en een auto-ongeluk waarbij mede-inzittenden wel omkwamen. Maar zijn huidige vragen lijken minder daarmee te maken te hebben, dan met een levensfaseadequate realisering: in plaats van zeeën van tijd, lijken de jaren ineens almaar sneller te gaan richting een aflopende zaak. Voor zijn radiodocumentaire boekte Minkema een consult bij psychiater-filosoof annex angstspecialist Damiaan Denys en liet hij zich door Enny Das, hooglerares Communicatie en Beïnvloeding, informeren over het commerciële gebruik van onze doodsangst.
Ondertussen neme wie niet wil heengaan als Leo Tolstojs sterfbedworstelaar Ivan Iljitsj, die zich te laat realiseert nooit waarlijk geleefd te hebben, de woorden van psychotherapeut Irvin D. Yalom ter harte uit zijn boek Mama en de lessen van de ziel: ‘Degenen die de dood het meeste vrezen, gaan hem tegemoet met te veel ongeleefd leven bij zich. Het is het beste al het leven op te maken. Voor de dood alleen de droesem over te laten, alleen een uitgebrand kasteel.’ Levenszin op doktersrecept.