Ze zijn van uiteenlopende leeftijden, religie en levensovertuigingen. Maar ze hebben één ding gemeen: zonder Dylan zouden ze totaal andere mensen zijn. Allen doen een beroep op regels uit zijn werk om de wereld om hen heen en vooral zichzelf te begrijpen. De film is naast een zoektocht naar geluk, een roadmovie die toont hoe de wereld in zo'n veertig jaar kan veranderen.
Reizend in het voetspoor van de 'never ending'- Dylan-tournee, langs steden, dorpen en gehuchten, ontmoet Jos de Putter Amerikanen in wier leven Dylans oeuvre een hoofdrol speelt. Zo is er Jack, een leraar die ontslagen werd omdat hij Dylan draaide tijdens de les. Janet die jaarlijks vijftienduizend mijl rijdt om Dylan live te zien, in haar eentje, ondanks haar angstige aard: 'Om iets terug te doen.'
We zien Bob, een radiotherapeut die een praatgroepje van probleemmoeders aan de hand van Dylan-teksten bijstaat. En de joodse Martin die Dylan een bezorgde brief schreef toen die zei het christendom te overwegen: 'Doe het niet. Bel me anders even op. Dan praat ik het uit je hoofd.' Twee meisjes kijken in de camera. Zittend op een bed in een kamer vol roze hartjes verklaren ze Bob Dylan de liefde via een gedicht: Bob, Bob / Ik wou dat ik je muze was / Bob, Bob / Op een dag maak ik je gek.
Regisseur: Jos de Putter