Enkele westerse hulpverleners proberen de teruggekeerde vluchtelingen te helpen. Filmmaakster Jennifer Petterson volgt zes van deze ‘frontsoldaten’ van de internationale hulpverlening. In tegenstelling tot de gerepatrieerde vluchtelingen zijn zíj verder van huis dan ooit.
De zes hulpverleners vertellen ongekend openhartig over hun idealen, twijfels en teleurstellingen. Eenzaamheid en heimwee zijn emoties die regelmatig opspelen. Zo ook bij de Fries Leo Dijkman (55), psychosociaal hulpverlener, die al vele jaren in het ontwikkelingswerk zit. Waar hij vooral tegenaan loopt is het onuitgesproken wantrouwen dat in alle contacten op de achtergrond aanwezig is. “Dat maakt me soms wel eenzaam.” In zijn werk stuurt hij mensen aan op zelfredzaamheid. “Ik wil bereiken dat ze weer in zichzelf gaan geloven en gaan ontdekken: ik kan het ook zonder jou.”
Hanna Mollan (36) geeft juridische bijstand aan teruggekeerde vluchtelingen, onder meer bij het terugkrijgen van grond en bezittingen. “We kunnen de problemen hier niet oplossen. We kunnen hooguit iets leren van de problematiek”, vindt de nuchtere Noorse.” Ze werkt vrijwel continu, haar toekomst en eventuele kinderwens schuift ze voor zich uit. “Ik zal op een gegeven moment andere keuzes moeten maken.”
Ook Benjamin Kahn (39), hoofd Informatie van de VN-delegatie in Zuid-Soedan, lijkt in een tussenfase van zijn leven te zitten. Hij zag het ontwikkelingswerk vooral als een volgende stap in zijn carrière – “I did it for the money” - maar hij wordt in de administratieve rompslomp waarin hij terecht is gekomen erg op zichzelf teruggeworpen. Als kind van gescheiden ouders vreest hij dat een zekere eenzaamheid hem zijn hele leven lang zal blijven achtervolgen. Hij is letterlijk én figuurlijk ‘ver van huis’.
De Ieren John en Poppy Spens, beiden 56, zijn hulpverleners van de oude stempel. John runt een technisch college, Poppy is verpleegster. Ze hebben een comfortabel leven in Ierland achter zich gelaten om dit werk te doen, maar spijt hebben ze niet. Ze ervaren hun werk als zinvol en nemen de ontberingen voorlief.
De 44-jarige Jean-Christophe Goussaud is de meest idealistische van de zes. Het optreden van de ervaren projectleider is zelfverzekerd, maar achter gesloten deuren voelt hij zich vaak schuldig over het feit dat er in Europa twee kinderen van hem wonen die hij zelden ziet. “Professioneel maak je fouten maar één keer, op emotioneel vlak zijn we ertoe veroordeeld steeds weer opnieuw dezelfde te maken.”