Als jonge advocaat verdedigt Albie Sachs mensen die op grond van de apartheidswetten worden aangeklaagd. Zijn activisme moet hij bekopen met eenzame opsluiting, marteling, 25 jaar ballingschap. Eerst in Engeland en later in Mozambique, waar de Zuid-Afrikaanse militaire inlichtingendienst een aanslag op zijn leven pleegt. Daarbij verliest hij zijn rechter arm en het zicht in een van zijn ogen, maar niet zijn strijdlust.
Tijdens zijn ballingschap neemt Sachs deel aan de onderhandelingen die leiden tot de ontmanteling van het apartheidsregime. Na de vrijlating van Nelson Mandela keert Sachs terug naar Zuid-Afrika, waar hij meeschrijft aan de nieuwe Grondwet, die met de instelling van een Constitutioneel Hof de democratie in het nieuwe Zuid-Afrika waarborgt. Sachs wordt rechter aan dat Constitutionele Hof en zet zich daar onder meer in voor de afschaffing van de doodstraf en de erkenning van het homohuwelijk. Geweldloosheid, vergeving en verzoening zijn belangrijk thema’s voor Sachs. Hij is afkerig van iedere vorm van geweld of wraak. “Dat ik de aanslag heb overleefd en heb kunnen bijdragen aan de bevrijding van Zuid-Afrika: dat is mijn zachte wraak.”
Gedurende al die jaren van politiek activisme heeft Albie Sachs zich ook ingezet voor kunst en cultuur. Voor hem is kunst een onderdeel van de politieke strijd en ook in het nieuwe Zuid Afrika is hij een ambassadeur voor jonge kunstenaars.
Regie: Abby Ginzberg