Nicu
Hoewel Nicu de protagonist van Bruce Lee and the Outlaw is, was Vandebrug in eerste instantie niet bijzonder in hem geïnteresseerd. ‘Hij was er vanaf het begin bij, want hij hing altijd rond Bruce. Maar ik zag niet zoveel speciaals in hem. Pas na twee jaar ben ik betrokken bij hem geraakt. Want in het derde jaar van dit project werd Nicu doodziek. Toen heb ik hem samen met Raluca naar het ziekenhuis gebracht. Zij heeft een zwerfhondenopvang in Boekarest en omdat ik gek ben op honden hielp ik haar weleens. Ik heb haar om hulp gevraagd omdat ik toen nog amper Roemeens sprak.’
Nicu werd gediagnostiseerd met tuberculose, hiv en aids. Waarschijnlijk heeft hij dit opgelopen door het lenen van naalden van vrienden om heroïne te spuiten. Het leven op straat en in de tunnels had Nicu in ieder geval geen goed gedaan; hij was al zestien jaar toen Vandebrug en Raluca hem naar het ziekenhuis brachten, maar hij zag eruit als acht. ‘Ik ben heel lang bij hem gebleven in het ziekenhuis, dat was een hele intense periode.’ Inmiddels is Nicu twintig en is zijn weerstand een stuk beter doordat hij steeds zijn medicijnen neemt. ‘Dat neemt niet weg dat hij nog steeds ziek is. Hij blijft een aidspatiënt en zijn lever is er heel slecht aan toe. Maar als je hem zou vragen of hij gelukkig is, zal hij op bepaalde dagen wel ‘ja’ zeggen.’
Een jaar nadat Nicu in het ziekenhuis werd opgenomen, besloot Vandebrug Nicu de hoofdpersoon van zijn film te maken. ‘Toen we door het materiaal gingen dat ik al had, bleek hij het meest poëtisch, het grappigst, het liefst en het verdrietigst. Als hij in beeld was, gebeurde er iets.’ Vanaf toen heeft Vandebrug Nicu heel erg meegenomen in het maakproces van de film. ‘Ik liet hem steeds filmfragmenten zien en vroeg wat hij ervan vond en of we dat mochten gebruiken. Steeds als we materiaal terugkeken, zei hij de mooiste dingen, dus toen ben ik het gaan opnemen. Hem interviewen werkte niet zo goed, dus alles wat je nu in de voice-over hoort, is Nicu’s reactie op wat hij ziet.’
Ontvangst
Het filmen van de straatjongens, The Lost Boys, was voor Vandebrug een kwetsbaar proces. ‘Ik leg kinderen vast die geen ouders hebben en aan de drugs zitten. Daarom heb ik gewacht totdat alle jongens achttien waren, zodat ze met een volwassen blik naar de film konden kijken. Ik wilde hen bewustmaken van het feit dat er echt een film over hen gemaakt werd. Ook omdat ze op een gegeven moment niet echt meer doorhadden of ik nou wel of niet aan het filmen was. Ik was namelijk altijd alleen, of hoogstens met een vertaler, en met een kleine camera bij hen.’
Vandebrug was het zenuwachtigst toen hij het eindresultaat van zeven jaar filmen aan Nicu, Raluca en de rest van de groep ging laten zien. ‘Nicu vond het alleen maar heel cool, schaamde zich nergens voor en ging daarna weer gewoon door met zijn leven. Raluca was heel geëmotioneerd en de andere jongens waren op z’n hoogst een beetje jaloers’, lacht Vandebrug.
Onder de rest van de Roemenen zijn de meningen verdeeld. ‘De Roemenen die de film op een filmfestival zien, zijn eigenlijk altijd heel positief. Maar dit is wel een groep die vaak al wat meer open minded is.’ Tijdens het filmen stuitte Vandebrug op veel agressie jegens de daklozen, maar ook tegen zichzelf omdat hij hen vastlegde. ‘Ik ben een keer opgepakt door de politie, waarop ze me vroegen wat ik er precies deed en waarom ik daklozen filmde. Roemenen vinden dat ik niet zo’n mooi beeld van hen en hun land laat zien met deze film.’
Het gelukkigst is Vandebrug met de goede ontvangst van de documentaire op festivals als het Internationaal filmfestival van Pusan (Zuid-Korea) en S.O.S. Kinderdorpen en met de award Outstanding Film Through the Eyes of Children and Young People. ‘Dat is waar we het voor hebben gedaan. Ik heb nooit grote ambities gehad met de film, ik wilde simpelweg het verhaal vertellen van een gewoon jongetje dat aan het opgroeien is, alleen dan onder hele moeilijke omstandigheden.’