2Doc:

De hoofdprijs

KRO-NCRV

Zo’n 500 Nederlanders met de progressieve spierziekte SMA (Spinale Musculaire Astrofie) verliezen iedere dag iets van hun spierkracht tot ze daar uiteindelijk aan zullen overlijden. Nu is er een medicijn op de markt gekomen, Spinraza, dat SMA tot een halt kan roepen of de patiënt zelfs beter kan maken. Maar bijna niemand krijgt het.

Regie: Jannes van Lenteren

De hoop voor SMA-patiënten ontstaat in 2013 als er in Amerika verbluffende resultaten behaald worden in een klinisch onderzoek. In de kleine groep deelnemers van jonge baby’s zit het jongetje Cameron. Net een paar weken oud, krijgt hij de diagnose SMA en geeft de arts hem nog enkele maanden te leven. Maar door de behandeling met het medicijn Spinraza verandert dat levensperspectief volledig. Wanneer hij anderhalf jaar oud is, filmen zijn ouders dat Cameron zelfstandig voor een spiegel staat. Een absoluut wonder. Het filmpje van Cameron gaat de wereld over en wordt iconisch voor wat Spinraza kan doen. Dit wakkert de hoop aan bij anderen, maar zet hun leven ook op de kop. Want de wanhoop is haast groter als er een medicijn is waar je niet bij kan, dan wanneer je erin kan berusten dat je nu eenmaal moet leven met de ziekte.

Wanneer Spinraza uiteindelijk op de markt komt vraagt de farmaceut een extreem hoge prijs, en zit Minister Bruins van Medische Zorg met zijn handen in het haar. Door de alsmaar stijgende druk op het zorgbudget besluit de minister te laten onderzoeken of de kosten van het middel opwegen tegen de positieve effecten. En zo begint een traag proces en moeten Nederlandse SMA-patiënten afwachten of ze het medicijn krijgen of niet.

In de twee jaar die tijdens het filmen van de documentaire verstrijken heeft het overgrote deel van de Nederlandse SMA-patiënten nog steeds geen toegang tot Spinraza, terwijl het medicijn in Duitsland en België gewoon beschikbaar is.

Waarom zijn medicijnen zo duur?

Meer over ziekte en zorg