2Doc:

Rotjochies

VPRO

Nederlandse ontspoorde pubers krijgen op het afgelegen Franse platteland, met hulp van een no-nonsense jeugdhulpverlener, een laatste kans om hun tegendraadse gedrag te verbeteren. Wat gaat er schuil achter de overlevingsstrategieën van deze soms onverschillige en vooral boze jongens?

Spijkerhard geteisem lijken ze, de pubers uit de documentaire Rotjochies. Gewend aan stoer doen, liegen, rottigheid en contact met politie, krijgen ze op het Franse platteland van een Nederlandse no-nonsense jeugdhulpverlener een tweede kans om te worden wie ze zouden kunnen zijn. In deze intieme, observerende film ontleedt Maasja Ooms, bekend van de prijswinnende documentaire Alicia (2017), messcherp de overlevingsstrategieën van deze geharde jongeren. Wat maakt hen zo onverschillig, gevoelloos en soms gewetenloos?

De documentaire won op IDFA 2019 de prijs voor zowel beste montage als beste cinematografie en kreeg een speciale vermelding in de categorie 'Beste Nederlandse documentaire'.

Regie: Maasja Ooms

'Er zijn geen schuldigen, maar wel slachtoffers'

In gesprek met de maker: Maasja Ooms

Tekst: Esther Aerts

In de week voor de IDFA-première van ‘Rotjochies’ kan Maasja Ooms met moeite een gaatje vinden voor een interview. Ze zit in de afwerkingsfase van de film en lijkt een beetje vermoeid als ik haar ontmoet, maar haar gezicht glanst zodra ze over de film begint te vertellen. ‘In deze laatste paar dagen komen geluid en kleur heel mooi samen. Ze brengen je nog dichter bij de personages. Het is zo leuk om op die manier de inhoud te versterken.’

Geraakt worden
Na de enorme impact van haar vorige documentaire ‘Alicia’, die resulteerde in meet-ups door het hele land, besloot Ooms er even tussenuit te gaan. Ze had tijdens zo’n bijeenkomst over hoe het anders moest in de jeugdzorg, ene Petra ontmoet. Die vertelde gepassioneerd over haar project met jongeren in Frankrijk, en dat ze daar echt eens langs moest komen. ‘Ik was al van plan om naar het zuiden te gaan, en besloot een paar dagen bij het project van Petra rond te kijken. Ze had blijkbaar tegen de jongens gezegd dat er een documentairemaker langskwam.’ Ooms vertelt dat dat niet is hoe ze werkt, ze maakt geen films over een methodiek; ze moet altijd ergens door geraakt worden. De jongens begonnen zelf over een film en ze vond het een bijzondere setting, dus ze besloot daar vijf dagen te filmen. De regisseur merkte een grote bereidwilligheid bij Petra en de jongens, en kreeg de kans om heel dichtbij te komen. ‘Ik werd al snel geraakt door het verhaal van Mitchel, en herkende er iets in van Alicia; dat je het kind al snel uit het oog verliest. Ik wilde kijken of er een film in zat, en zij konden tijdens die vijf dagen ervaren of het wel fijn voelde dat er een camera zo dicht op die gesprekken zat.’ Als het een ‘nee’ werd, zou ze het materiaal vernietigen, maar het werd een ‘ja’.

Verborgen taal en onuitgesproken tekst
De filmmaker wist dat deze jongens wel toe konden zeggen, maar dat ze daarnaast ook toestemming nodig had van de ouders. Die waren snel om, behalve de moeder van Jeroen. ‘Hij heeft de diagnose van autisme, en het leek zijn moeder geen goed idee om zijn woedeaanvallen open en bloot in beeld te brengen. Dat snapte ik en daarom heb ik hem bewust op de achtergrond gehouden.’ Ooms is vervolgens vijf weken gaan filmen en ging later nog een aantal keren terug naar Frankrijk. Ze deed dit met de haar zo kenmerkende gelijkwaardige benadering. ‘Ik zei: Ik ga jullie niks vragen en hoef niet te weten wat jullie hebben gedaan. Je weet dat als de camera loopt, dat dit potentieel materiaal is. En dan nog mag je het aangeven als je jezelf hebt versproken.’ Het observeren en geen vragen stellen, vindt Ooms de mooiste manier van filmen. ‘Je bent er dan als kijker echt bij. Er zit veel verborgen taal in en onuitgesproken tekst, zeker bij jongeren van die leeftijd.’ Tijdens het draaiproces werkte ze met een ‘participerende camera’, zoals ze het zelf noemt. ‘Als de jongens een grap maakten, stelde ik het lachen uit, maar ik reageerde wel snel nadat ik het shot had. Anders ben je een soort versteende aanwezigheid. Zo konden ze ook tegen mij gekke dingen zeggen, waardoor er meer een band ontstond tussen ons.’

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Het verhaal vertellen
Het was voor de filmmaker vervolgens een behoorlijke klus om de verhaallijn van de documentaire te bepalen. ‘Je begint met scènes maken. Ik wist dat Mike op een bepaald moment wegging en dat Divano bij de groep zou komen. Deze vaste punten zet je op een tijdlijn en nadien kun je ook de kleinere lijntjes gaan vertellen. Zo’n mes-scène stop je bijvoorbeeld niet aan het begin van de film’, legt ze uit.

In ‘Rotjochies’ lijkt Ooms de grootste focus op het personage Mitchel te leggen. ‘Hij vertolkt het thema waardoor ik het meest geraakt werd, namelijk die loyaliteit.’ De andere personages waren ook interessant, maar ze merkte dat ze dan qua tijd in de knel kwam: ‘Als ik kortte op de gesprekken, dan ging het leven eruit. Het was spannender om de gesprekken intact te laten, met de opbouw van Petra, het ontwijken en het geven van sociaal wenselijke antwoorden.’ Toch heeft ze nog even getwijfeld om een drieluik te maken: hetzelfde verhaal, dus de scène met het mes en de komst van een meisje, maar dan vanuit drie perspectieven. Uiteindelijk besloot ze het verhaal van Mitchel in detail te nemen. ‘Door kijkers het verhaal van Mitchel mee te geven, kunnen ze iets dergelijks ook op de anderen projecteren, zonder alle ins en outs te kennen van de andere jongeren.’

In de montage was Ooms zich heel bewust van de gevolgen van de manier waarop ze de jongens in beeld zou brengen. ‘Ik denk dat veel van wat ze zeggen, stoerdoenerij is. Als Mike het had over een app waarmee hij mensen kon laten ombrengen, nam ik dat niet heel serieus’, vertelt ze. Toch zocht de filmmaker in de montage naar manieren om Mike ook op een positieve manier te laten zien en brengt hem daarom ook knuffelend met een kat in beeld. ‘Zo krijgt zijn personage meer nuance. Hij doet iets met zijn ogen dat voor afstandelijkheid zorgt, maar ik denk dat dit een defensieve houding is. Ik snap dat iemand anders daar anders naar kan kijken; ieders blik en gevolgtrekkingen zijn persoonlijk. Ik kijk zelf met weinig oordeel.’

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Falende kinderen of falende ouders?
In de jongeren herkent Ooms dingen van toen ze zelf klein was. ‘Als kind voel je je opgesloten in gevoelens die je niet kunt uiten. Pubers, en misschien jongens nog meer, hebben de taal niet om uit te spreken wat er misgaat om hen heen. Die machteloosheid kan zich uiten in woede, en dat is wat je ziet bij de jongens in de film.’

‘Rotjochies’ roept de vraag op of de film gaat over falende jongeren of juist over falende ouders die het contact met hun kind zijn verloren. Ooms vertelt dat ze in de film een subtiele lijn heeft proberen aan te brengen: je keert je eerst af van de jongeren, maar naarmate je verder in de film bent, krijg je als kijker steeds meer begrip voor de jongeren en besef je je hoe bepalend de rol is van de ouders in hun gedrag. ‘Dit is wat je ook in de jeugdzorg ziet. Als een gezinssituatie niet werkt, halen ze het kind eruit en moet het aan zijn gedrag gaan werken. Ik denk dat het dubbel frustreert als een kind thuis dingen tekortkomt, en als een soort straf uit het gezin moet. En dan moet het ook nog aan zijn gedrag gaan werken. Wanneer het kind weer terugkomt in het gezin is daar vaak niks veranderd, en gaat het opnieuw mis’, vertelt ze.

Ooms heeft geen groot oordeel over de huidige hulpverlening. ‘Ik zie echt mensen die willen, maar ik denk dat er ergens onkunde is. Daarom wil ik ook niemand aanklagen. Er zijn geen schuldigen, maar wel slachtoffers. Als filmmaker kun je alleen maar de importantie hiervan benadrukken.’ Ze hoopt dat de film in de jeugdzorg aanzet tot nadenken. ‘Vooral de opvang van kinderen die nu gesloten worden geplaatst moet anders. Kinderen verharden daar alleen maar, en hun gedrag wordt extremer. Ik hoop dat dat omgezet kan worden naar veel constructievere hulp aan gezinnen, in plaats van alleen maar dat ene uurtje gezinsbegeleiding in de week. Het zou zo fijn zijn als deze film zo’n zetje zou kunnen geven. Het is een stille wens die ik nu op tafel leg.’ Toch is de film voor haar nu al geslaagd: ‘De jongens zitten er mooi in en het voelt als een film die we met z’n allen hebben gemaakt.’

Rotjochies kijken ‘Rotjochies’
De jongeren zelf hebben ‘Rotjochies’ met elkaar bekeken. ‘Mitchel was er met z’n vader. Het viel me op dat toen hij keek naar de moeilijke gesprekken met zijn vader, precies hetzelfde op z’n stoel zat als in de film. Ik denk dat het vertelt dat het nog niet is opgelost’, vertelt Ooms. Mitchel was zelf niet zo blij met het moment in de film dat hij aan het rappen is. ‘Dat moest er van hem uit, omdat het niet helemaal lekker in de beat was. Toen zei ik: Maar Mitch, iedereen is zo ontroerd door die rap.’

Het hulpverleningsproject van Petra
Het project dat Petra in Frankrijk heeft, roept als kijker vragen op. Is Petra daar helemaal alleen en is ze nooit bang? ‘Ja, ze woont daar echt zonder anderen, heeft af en toe wat werkmannen over de vloer en er komt een docent langs die de kinderen lesgeeft. Ze is nooit bang en ik ben dat zelf tijdens het draaiproces ook nooit geweest’, zegt Ooms. ‘Petra geeft veel vertrouwen aan de groep en dat vind ik bijzonder. De jongens hebben echt ontzag voor haar. Ze heeft een natuurlijke autoriteit, die niet zomaar kopieerbaar is.’

Ooms vertelt dat Petra de reacties op de film wel spannend vindt. ‘In de gesloten jeugdzorg is alles dichtgetimmerd; daar laten ze een kind niet met een boormachine aan de gang, want stel dat er iets gebeurt. Er is dus ook een bepaald risico, en daar kan zij misschien op aangesproken worden. Maar je kan ook zeggen dat het laat zien dat het best heftig is dat je als overheid je risico’s helemaal dichttimmert. Zo van, de kinderen zetten we achter slot en grendel, klaar ermee.’

De jongeren brengen zes tot negen maanden in Frankrijk door. De nazorg van de jongeren ligt bij Petra’s dochter, in Nederland. Zij onderhoudt de contacten met de gezinsvoogden en de gemeente. Het project is een erkende plek voor hulpverlening. Ooms: ‘Als niemand het meer weet, komen kinderen in geslotenheid. Ouders willen dit over het algemeen niet, maar zijn ten einde raad. Met die kinderen is vaak enorm gezeuld en het zijn niet de makkelijksten. Dan is Petra voor sommigen een laatste redmiddel.’

De eerdere prijswinnende documentaire van Maasja Ooms: 'Alicia'

Wat doet het met je als je opgroeit in kindertehuizen, hopend op een plek in een pleeggezin? Alicia is één jaar oud als ze uit huis wordt geplaatst. Via een pleeggezin komt ze op vijfjarige leeftijd terecht in een kindertehuis en als ze negen is zit ze daar nog steeds, in afwachting van plaatsing bij een nieuw gezin. 

Wie beslist er over Alicia's lot en toekomst? Maasja Ooms maakte een onderhuids portret van binnenuit.

Meer films over jeugdproblematiek