Het onthullende documentaire-tweeluik Chernobyl: The New Evidence is deels gebaseerd op twee voorheen geheime documenten van de SBU, de veiligheidsdienst van Oekraïne. Het eerste deel werd gepubliceerd in 2019, het tweede deel in 2020.
De dossiers geven inzicht in een groot aantal constructiefouten en een overzicht van verschillende ongelukken die plaatsvonden sinds de opening van de kerncentrale in 1971.
De notities waaruit de dossiers zijn opgebouwd, werden gemaakt door zeventien agenten en vijftig informanten van de KGB, de geheime dienst van de voormalige Sovjet-Unie. Deze Chernobyl-tak van de KGB werd in het leven geroepen om ‘saboteurs’ op te sporen, maar noteerden ook geruchten bij de bouw van de centrale. De KGB-agenten hadden vanaf het begin van de bouw van de centrale grote twijfels over de veiligheid, blijkt uit de documenten. ‘We vertelden de waarheid aan de overheid,’ zegt generaal Mykhailo Zakharasj in de documentaire, ‘maar de KGB was ook niet almachtig’. Na de ramp kreeg de buurt vrijwel niets te zien of te horen. Pas dagen na de ramp werd de naastgelegen stad geëvacueerd. De eerste berichten over de grootte van het ongeluk kwamen niet uit Moskou, maar uit Stockholm. In een daar aanwezige kerncentrale werd een grote hoeveelheid radioactieve straling gemeten. Straling afkomstig uit Chernobyl, zo zien we in de documentaire.