Jongeren die in torenhoge schulden verzanden, mensen van kleur die om de haverklap worden aangehouden: je hoopt dat het zichtbaar maken van deze thema's in een documentaire daadwerkelijk iets verandert. Maar is dat ook zo? 2Doc vroeg regisseurs naar de impact die hun documentaire heeft gehad.
'Na Verdacht kun je niet meer om etnisch profileren heen'
Thema: Racisme & discriminatie
Regisseur Nan Rosens over de impact van 'Verdacht'
Tekst: Martha Bulten
Met haar film Verdacht heeft filmmaker Nan Rosens (1961) etnisch profileren voor veel mensen op de kaart gezet. Onder kijkers die zich herkenden in de vertelde verhalen, kwam enorme opluchting naar boven. Het uiteindelijke doel volgens Rosens is om inzicht te bieden. Hoeveel impact heeft deze film gehad? 2Doc gaat hierover in gesprek.
Deze film is in nauwe samenwerking met organisatie Controle Alt Delete. Wie kwam er met het idee voor deze film en wie benaderde wie?
‘In 2016 keek ik Pauw en zag kickbokser Remi Bonjasky die vertelde dat hij wel eens gestopt werd op straat. Ik had het idee dat hij dat voor het eerst publiekelijk vertelde. Ik weet niet of dat zo is, maar ik voelde bij hem schaamte en schroom. Aan diezelfde tafel zat Dionne Abdoelhafiezkhan van Controle Alt Delete. Ik kende haar en de organisatie toen nog niet. Zij vertelde er ook wat over, maar het verhaal van Bonjasky raakte mij echt.’
Welk probleem stelt u aan de kaak?
‘Ik word als witte, blonde vrouw nooit aangehouden, dus hoe zou dat voelen? Stel je eens voor dat de politie alle witte, blonde vrouwen van rond de vijftig gaan aanhouden, omdat je er zo uit ziet. Ik kon me er geen voorstelling van maken van hoe dat zou zijn. Zo kwam ik dus op het idee voor de film. Ik wil onze onbewuste vooroordelen die in ons allemaal zitten zichtbaar maken. Ik denk dat ik die heb en ik denk dat jij die ook hebt over hoe je naar de ander kijkt.’
Lees verder door op 'open' te klikken
Uw films betreffen politiek-gevoelige thema’s. Wat hoopte u persoonlijk te bereiken met Verdacht?
‘Ik ben een filmmaker, geen activist. Ik hoef niet per se iemand een kant op te duwen. Mijn eigen verwondering zet ik om in een film en ik hoop dat die film iets oproept bij de kijker waardoor er iets gaat bewegen. Ik wil aanzetten tot nadenken en zelfonderzoek. Ik ga mensen niet vertellen wat ze moeten doen. In mijn films zal je daarom nooit een oplossing voor het probleem vinden. Dat is iets voor de politiek om op te lossen. Het echte doel voor mij is dat je de pijn begrijpt en dat je daardoor zelf als kijker verandert.’
Merkt u dat er een ontwikkeling gaande is om etnisch profileren te voorkomen?
‘Ik hoorde van kijkers dat hen tijdens het kijken van de film schaamte bekroop: ik doe ook mee met etnisch profileren. Je voelt je betrapt. Mensen zien dingen op straat waarvan ze denken: dat zal wel niet kunnen. Dat is heel raar, maar die gedachtegang zit zó diep. Er waren ook kijkers die zichzelf in de film herkenden. Ik hoorde uit mijn eigen omgeving en ook van Controle Alt Delete dat de opluchting enorm was dat het onderwerp hier heel duidelijk naar voren kwam.’
‘Ook heeft de film bij de politie veel losgemaakt. Er werd enorm veel over gepraat. Binnen de politie zijn er wel dingen veranderd. Tijdens de opleidingen geven agenten etnisch profileren meer aandacht. Ook staat het onderwerp hoger op de agenda. Na Verdacht kun je niet meer om etnisch profileren heen. Je kunt niet zeggen dat het niet zo is of dat het een individueel probleem is.’
Is er naar uw idee vandaag de dag meer bewustzijn en meer bekend over etnisch profileren?
‘O zeker. Ik denk dat nu meer mensen weten wat etnisch profileren is dan vijf jaar geleden. Al betekent dat natuurlijk nog geen maatschappelijke gedragsverandering. Ik denk wel dat sommige mensen veranderd zijn. Dat heeft ook te maken met de Black Lives Matter-beweging en andere discussies die er zijn. Maar deze film zat daar allemaal net vóór; een soort meant-to-be. Aandacht voor etnisch profileren is onderdeel van deze emancipatiebeweging. Daarmee gaat het vrij snel, want het rommelt op alle fronten. Kijk bijvoorbeeld naar zwarte piet, waar de jonge generatie niet meer over wil zwijgen. Bepaalde dingen kun je gewoon niet meer doen. Er wordt op een andere manier gekeken. Ik denk dat deze beweging gewoon doorgaat, maar dat heb je niet in één generatie gedaan.’
In hoeverre heeft het nut om in documentaires politieke vraagstukken aan te kaarten?
‘Ik vind het geen politiek, maar een maatschappelijk vraagstuk. Ik vind het van belang dat je daar mensen hun eigen gedachten bij laat vormen. Mijn doel met de film is het onderwerp ‘hoog te leggen’ en zo in het bewustzijn van mensen te planten. Niet van incident naar incident, maar om erboven te hangen en wat breder te kijken. Wat daar precies uitkomt, is niet aan mij.’
‘Ik vind het als filmmaker genoeg om er op die manier aandacht aan te geven. Er zijn aan de hand van de film wel Kamervragen gesteld, maar het is daarna aan de politie, hun opleidingen, en maatschappelijke organisaties om daar verder mee te gaan. Als iemand in een film vertelt hoe het wél moet, ben ik weg. Anders word je als filmmaker een soort dominee en dat is killing voor films.’
‘Na twee jaar is er helaas nog niks veranderd voor onze hoofdpersonen’
Thema: Wonen
Regisseur Esther Janmaat over de impact van 'Klem aan de kade'
Tekst: Anne van Blijderveen
In de documentaire Klem aan de kade (2019) volgen regisseurs Esther Janmaat en Olaf Schuur drie woonbootbewoners die het veld moeten ruimen voor grote investeerders, op laste van de gemeente. Wat volgt is een aaneenschakeling van overheidsfalen.
‘Het disfunctioneren van lokale gemeentes is het overkoepelende thema van onze documentaire’, vertelt Esther Janmaat. Is er na twee jaar iets veranderd in de situatie van de woonbootbewoners? 2doc.nl vraagt het Janmaat.
Wat motiveerde jullie om deze documentaire te maken?
‘Kijk, als je problemen hebt met grote organisaties probeer je dat zo snel mogelijk te settelen. Je gaat het toch niet winnen. Als het om je huis gaat, de plek waar je je veilig voelt, is dat een heel ander verhaal. De woonboten werden jarenlang gedoogd en later zelfs gelegaliseerd en ineens moesten de woonbootbewoners toch weg. Als ze daar tegenin gaan, worden ze constant van het kastje naar de muur gestuurd en niet op een volwassen manier behandeld door de gemeente. Vanuit verontwaardiging zijn we begonnen aan de documentaire.’
Klap uit om verder te lezen
Wat hoopten jullie met de documentaire te bereiken?
‘We wilden met dit kleine verhaal een groter onderwerp aankaarten: gemeentelijk falen. Dit soort dingen gebeuren niet alleen bij de gemeente Ouder-Amstel, door het hele land lopen burgers tegen de bureaucratie van de lokale overheden aan. Je kunt je dan afvragen in hoeverre dit nog democratisch is. De enige invloed die je als burger hebt op het gemeentelijke handelen is stemmen.’
Wat is er sinds de uitzending van Klem aan de kade veranderd?
‘We hebben veel media-aandacht gehad voor onze documentaire, dat is natuurlijk supertof. Alleen gaat zo’n gemeente gewoon in een holletje zitten totdat de mediastorm is overgewaaid. Wel is het zo dat mevrouw Korrel van de portefeuille Leefomgeving is afgehaald na alle verontwaardiging die de film opriep. Dit heeft alleen niks voor de woonbootbewoners veranderd, hun woonplaatsen zijn nog steeds niet gelegaliseerd. De projectontwikkelaar heeft wel contact opgenomen met de bewoners, maar die komt met allerlei onredelijke voorstellen. Hij presenteerde bijvoorbeeld plannen aan de bewoners waarbij Diana’s boot niet meer op de tekeningen stond. Dat vond ze zo schrijnend dat ze uit de vergadering is weggelopen. En contact tussen de woonbootbewoners en de gemeente is er helemaal niet meer.’
In hoeverre heeft het dan nut om in documentaires politieke vraagstukken aan te kaarten?
‘Het kan inderdaad een druppel op een gloeiende plaat zijn. Deels ook doordat maar een kleine groep mensen documentaires kijkt. Toch vind ik dat er een rol is weggelegd voor documentairemakers om vaker het functioneren van de overheid, en de invloed van grote bedrijven op de overheid, onder de loep te nemen. Het kost namelijk veel tijd en research om een onderwerp uit te diepen en dat is wat je altijd doet bij documentaires. Daarbij kun je pas de impact van iets tonen als je mensen een aantal jaar volgt. Zo zie je in Klem aan de kade hoe strijdbaar de woonbootbewoners beginnen en hoe ze langzaam kapot worden gemaakt. Als je dan bedenkt dat er nu, twee jaar later, nog niets is veranderd aan hun situatie is dat toch ontzettend schrijnend? Dat motiveert mij om dit soort documentaires te blijven maken. Voorvallen als deze komen namelijk in zoveel gemeentes voor en dan is het absolute noodzaak dat we als documentairemakers een stem geven aan de burger.’
‘Tegenover de staat komen te staan, dat kan een mens verpletteren.’
Thema: Zelfbeschrikking
Regisseur Sarah Vos over de impact van ‘De zaak Tuitjenhorn’
Tekst: Kitty Munnichs
In 2013 wijkt huisarts Nico Tromp af van de richtlijnen om een stervende kankerpatiënt acuut palliatief te kunnen sederen. Nadat zijn coassistente dit meldt bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ, toen nog IGZ), wordt Tromp zonder wederhoor beschuldigd van moord. Kort hierna maakt hij een einde aan zijn leven.
Regisseur Sarah Vos filmde drie jaar lang weduwe en arts Anneke Tromp in haar gevecht tegen de staat om eerherstel van haar overleden man. Een gevecht dat Anneke Tromp, na bijna drie jaar procederen, uiteindelijk bij de Raad van State wint.
Welk probleem probeerde je in ‘De zaak Tuitjenhorn’ aan de kaak te stellen?
‘Dat is lastig in woorden te vatten. Het gebied rondom acute stervensbegeleiding is een grijs gebied voor huisartsen. Maar als je het van heel veraf bekijkt dan gaat de film over over ‘wat gebeurt er als je tegenover de staat komt te staan?’ In de documentaire zie je hoe complex dit hele vraagstuk is.
Nico Tromp is nooit om wederhoor gevraagd in de zaak. Dat vind ik onbegrijpelijk, nog steeds. Ik vind het ook angstaanjagend. Hij is echt beland in een proces zoals dat beschreven werd door Kafka, in zijn boek Het proces. (In het boek wordt een man ‘zonder dat hij iets kwaads heeft gedaan’ gearresteerd, waarna een ellendig proces op gang komt en de man verstrikt raakt in een ondoorgrondelijk rechtssysteem, red.) Je denkt dan: “dat is een roman, op papier.” Maar in de werkelijkheid bestaat het ook, en kan het nog veel grotere vormen aannemen.’
Lees verder door op 'open' te klikken
Wat hoopte je met de documentaire te bereiken?
‘Ik heb nooit als doel gehad een schuldige aan te wijzen en te zeggen ‘zij maken fouten’. Ik wilde in de film zowel de kant van de weduwe (Anneke Tromp), als de argumentatie vanuit de IGZ (de inspectiedienst) laten zien. Alles wat er is gebeurd, zit in de film op een geconcentreerde en beknopte manier. We hebben ons zo veel mogelijk gebaseerd op de feiten.
Ik wilde vooral laten zien in wat voor Kafkaiaanse fuik je kunt belanden en hoe kwetsbaar je dan wordt. Wanneer je, zonder wederhoor, wordt beschuldigd door een grote instantie, kan het heel slecht met je aflopen. Anneke Tromp, ik sprak haar recent, is ook erg geraakt en gegrepen door de toeslagaffaire. Er zitten daar natuurlijk raakvlakken in met de strijd die zij heeft gestreden. De mensen die slachtoffer geworden zijn in de toeslagaffaire zijn in een vergelijkbaar mechanisme verzeild geraakt. Dat is verpletterend.’
De documentaire kwam uit in 2019. Is er sindsdien iets veranderd?
‘Ik heb het daar ook met Anneke over gehad. De hele zaak – nog los van de documentaire – heeft een enorme impact gehad. We weten niet of het ligt aan het natuurlijke verloop, of dat het heeft gelegen aan de zaak en de documentaire, maar diegene die destijds aan de knoppen draaiden en betrokken waren vanuit de staat en inspectiedienst, zijn weg. Wellicht is er een nieuwe wind gaan waaien.
Daarbij lijkt het erop dat de inspectie in dit veld iets voorzichtiger begint te opereren, dat zeggen sommige medici althans. Zaken rondom huisartsen worden voorzichtiger behandeld. Wanneer zij worden verdacht, worden ze niet meer zo direct publiekelijk aan de schandpaal genageld en een hoek ingejaagd.
Het kan zijn dat dat het gevolg is van de zaak en van de documentaire waarin alles geconcentreerd is samengebracht en alle feiten samengebundeld zijn. Zo’n film als De zaak Tuitjenhorn werk natuurlijk ook door, bij medische opleidingen wordt de film vertoond.’
Hoe gaat het nu met Anneke Tromp en haar zoon Reinier?
‘Anneke is de sterkste vrouw die ik ooit hebt ontmoet, en haar zoon Reinier is ook ongelofelijk sterk. Als ik het zelf soms moeilijk heb dan denk ik aan hen. Gezien de omstandigheden denk ik dat het goed met haar gaat. Anneke gaat door heel veel heen, maar ze blijft sterk overeind staan. Dat mag ook zeker een boodschap van de documentaire zijn. Veel mensen geven op als ze tegenover de staat komen te staan, maar zij wint die zaak. Ik hoop dat haar strijd een voorbeeld kan zijn voor anderen die in een vergelijkbare situatie terecht komen. Geef niet meteen op, het kan zomaar blijken dat je wél in je recht staat.’
Wat moet er nog gebeuren rondom thema’s als zelfbeschikking?
‘Dat is bijna meer een vraag voor medici en huisartsen, of voor de politiek. Ik ben een filmmaker, mijn eigen mening is niet bijzonder interessant. Het is een heel moeilijk veld. Het is belangrijk om hierover te blijven communiceren met elkaar.’
Nu terugkijkend, heeft het “nut” of “zin” gehad om deze documentaire te maken?
‘Zonder twijfel, ja! Honderd procent. We moeten nooit ophouden met het publiceren over dit soort lastige thema’s. Ik heb een enorm gevoel voor rechtvaardigheid, dat delen Anneke Tromp en ik met elkaar. Dat gevoel zit heel diep in mij. Als iemand onrecht aangedaan wordt… Daar gaan mijn haren recht van overeind staan.
Het maken van documentaires waarin je een complex vraagstuk heel geconcentreerd vertelt, kan aanzetten tot nadenken. Ook documentaires over ander soort thema’s, over schulden bijvoorbeeld, dat soort producties mogen nooit verloren gaan. Een documentaire kan krachtig zijn omdat mensen ervan genieten, omdat ze erdoor geraakt worden, of omdat ze zaken in een ander daglicht stellen. Het is heel belangrijk om daarmee door te gaan.
Vroeger dacht ik dat documentaires de wereld konden veranderen. Inmiddels weet ik zeker dat dát niet lukt. Maar films kunnen er wel voor zorgen dat mensen aan het denken worden gezet, en die processen kunnen leiden tot nieuwe en andere inzichten, en zo kan er, langzaam maar zeker, een gedachtengoed veranderen. Als deze documentaire daar ook maar een heel klein kruimeltje aan heeft bijgedragen, dan is dat al van onschatbare waarde.’