'Aan het eind van deze film ben ik volkomen terecht wereldberoemd’, beweert Nelson aan het begin van zijn ‘15 minutes of fame’. Zijn stem klinkt verdacht veel als Maarten van Rossem. En hij lijkt toch echt op een varken. Een minivarkentje, welteverstaan. Althans, dat was de bedoeling.
Nelson het minivarken (15 min.) woont in Werkendam, ‘een dorp met keurige mensen’. Hij heeft twee moeders: Angela en Annemarie. En die hebben weer twee zoons: Brandon en Jaydon. Zij zijn allemaal gek op hem. En dat vindt de hoofdpersoon zelf dan weer niet vreemd.
‘Eigenlijk ben ik een geniaal varken’, constateert Nelson enigszins zelfgenoegzaam, nadat hij heeft laten zien dat hij zelfstandig een koelkast kan openmaken. ‘Gek genoeg had ik altijd honger’, zegt hij erbij. Alsof ’t ook hem verbaast. En daarmee dient het drama van deze kostelijke jeugdfilm aan.
Dat begint met aangevreten speelgoedbeesten en zorgt uiteindelijk voor politie aan de deur. ‘Wat een klerezooi allemaal!’ Ze kijken Nelson al snel met de nek aan in Werkendam. ‘Daar heb je die mafkees ook weer’, roept een buurman als hij het ‘minivarken’ op straat tegenkomt. ‘Tjongejongejonge!’
Hij zorgt voor stank, zeggen ze. En als buitengewoon intelligent dier zal Nelson toch zelf ook wel beseffen dat persoonlijke hygiëne nou niet zijn meest in het oog springende eigenschap is? Als de buurt begint te klagen – want zo zijn ze – moet dit varkentje toch echt worden gewassen.
En dan bedenkt moeder Angela, ongetwijfeld ingefluisterd door regisseur Anneke de Lind van Wijngaarden, een list. Zoals er vast nog wel meer is gescript in deze hartveroverende docu voor jong en oud. Zodat iedereen gaat houden van die oude brombeer in dat jonge varkentjeslijf.
En niemand huisvarken Nelson, ook al gedraagt hij zich toch echt als een varken, nog kwijt wil.
Met deze week de volgende documentaires: 'Nelson het minivarken' van Anneke de Lind van Wijngaarden, 'Thuis bij de familie K.' van Mijke de Jong, 'De nachtwaker' van Nicky Maas, 'The Hungarian Playbook' van Bence Máté en Áron Szentpéteri en 'Niemand die het ziet' van Mea Dols de Jong & Chris Westendorp.
Nelson het minivarken (ZAPPDOC, KRO-NCRV)
Nu online
Thuis bij de familie K. (NTR)
Nu online
Sadettin Kirmiziyüz maakt solovoorstellingen over zijn eigen familie. De Turks-Nederlandse theatermaker houdt hen zo een spiegel voor – en zij uiteindelijk ook aan hem. De documentaire Thuis bij de familie K. (48 min.) van Mijke de Jong maakt dat proces ook voor buitenstaanders inzichtelijk. Familieleden reageren op de voorstelling waarin zij zelf worden geportretteerd. En dat krijgt Sadettin dan weer te zien (zodat wij, als kijkers, kunnen zien hoe hij daar weer op reageert).
Zo komt de relatie met zijn stoere oudere broer Süleyman aan de orde via de voorstelling What’s Happenin’ Brother?, de reis met zijn vader Mehmet naar Mekka in De Vader, De Zoon En Het Heilige Feest en de soms lastige verhouding tot zijn zus Sare, die als meisje een hoofddoek ging dragen, in somedaymyprincewill.com. Met een precies gevoel voor waar het wringt schetst Kirmiziyüz het leven van een migrantenkind, dat gevangen zit tussen verschillende tradities, religies en culturen.
Over Turkenmoppen bijvoorbeeld. Süleyman kan het bijna niet aanzien als Sadettin op het podium allerlei bedenkelijke grappen afvuurt. ‘Komt een Turk met een kikker op zijn hoofd bij de dokter’, begint zijn jongere broer bijvoorbeeld. ‘Zegt die dokter: kan ik u ergens mee helpen? Zegt die kikker: ja, ik heb een tumor onder mijn reet.’ In de zaal probeert iedereen zijn lach in te houden. Dat wordt nóg lastiger bij het spervuur dat nog volgt. ‘Heftig’, knikt Süleyman. ‘Daar had je mee te maken, hè?’
In de voorstelling Avondland belicht Sadettin Kirmiziyüz daarnaast een reis naar Turkije met zijn moeder. Yeter Gümüs komt niet naar de voorstellingen van haar zoon omdat ze die niet begrijpt. Ze spreekt na 45 jaar nog altijd nauwelijks Nederlands, constateert hij toch wat teleurgesteld. Moeder zegt ook dat ze er geen idee van had dat Sadettin een voorstelling over hun reis heeft gemaakt. Hij gelooft dat dan weer niet: ze was toentertijd nog boos omdat hij grappen maakte over haar gesnurk.
De verschillende voorstellingen en de reacties daarop van Kirmiziyüz en zijn verwanten versmelten zo met elkaar tot een metaverhaal over immigrantengezinnen, waarvan ieder op z’n eigen manier maar een plek moet zien te vinden in Nederland – of toch weer in Turkije. In dat proces lijken ze zich allemaal wel eens eenzaam, en teleurgesteld in de anderen, te hebben gevoeld. En dat is meteen het thema van de nieuwe voorstelling, waar Sadettin Kirmiziyüz in deze film naartoe werkt: Monumentaal.
Kan hij daarmee het schuldgevoel van een migrantenkind definitief van zich af schudden.
De nachtwaker (KRO-NCRV)
Nu online
Het is zeldzaam intiem werk. Als vrijwilliger binnen de palliatieve terminale zorg waakt Janneke van Rees, een Nederlandse vrouw van middelbare leeftijd, bij mensen die in de allerlaatste fase van hun leven zijn aanbeland. In een hospice of gewoon bij de patiënten thuis. Om hun familie even te ontlasten. Janneke zorgt, wast en gaat in gesprek. ‘Het eerste wat ik doe is dat ik peil hoe dichtbij ik bij een cliënt kan komen’, vertelt ze in De nachtwaker (52 min.). ‘Ik ga zitten en ik luister. Soms ben ik ergens maanden en ik kan luisteren wat ik wil, maar ik hoor niets. En soms ben ik ergens één nacht en hoor ik de meest bijzondere dingen.’
Met gepaste distantie observeert regisseur Nicky Maas de waakster tijdens haar nachten bij enkele Nederlandse ouderen. Respectvol vangt ze zo ook de gesprekjes en gesprekken die zij met haar cliënten heeft. ‘Zo is het leven nu eenmaal’, vertelt een bedlegerige vrouw bijvoorbeeld. ‘Iedere dag vanaf je 25e moet je inleveren.’ Nu kan ze niet meer lopen. En dat had zij, gaandeweg weliswaar met een rollator, toch bijna 93 jaar volgehouden. Al snel praten de twee over de oorlog, die de vrouw als tiener meemaakte en ondanks alles toch niet had willen missen. Het is een vredig tafereel, twee mensen die elkaar op de valreep in het hier en nu vinden.
Na zo’n dienst rijdt Janneke in haar cabriolet terug naar het bevoorrechte bestaan dat ze samen met haar echtgenoot André leidt. Ze spoelt de zorgen van de nacht van zich af, haalt enkele uren slaap in en hervat haar reguliere bezigheden: etentjes, tuinieren én een tripje met manlief naar een jagershut. En die activiteit krijgt van Maas, al direct vanaf de openingsscène, wel héél bijzondere aandacht. Het geeft haar film sfeer, maar lijkt ook bedoeld als tegenhanger voor het vrijwilligerswerk van haar hoofdpersoon. Als een dier sterft, kruipt dat weg, zegt de waakster daarover. Bij mensen gaan we er allemaal overheen hangen. Alleen sterven vinden we blijkbaar moeilijk.
De gedachte daaraan vindt ook Janneke ‘vreselijk’. Is dat eigen aan de menselijke soort? vraagt ze zich af – en Nicky Maas met haar, zo lijkt het. En heeft elk leven dan evenveel waarde? heeft de filmmaakster er vast achteraan gedacht. Het zijn vragen die deze intrigerende film onvermijdelijk oproept, terwijl ie sereen de dood aftast, zowel het naderen ervan als het finale loslaten en -maken, en de paradoxen daarbij optekent. ‘Het is wat als je naast de dood staat’, zegt Janneke van Rees, met enige nadruk, over de positie die zij daarbij inneemt. ‘Het is wat...’
The Hungarian Playbook (VPRO)
Nu online
Een onafhankelijk opererende pers is alleen maar lastig als je als politicus of politieke partij de volledige macht wilt hebben. En dus hebben de Hongaarse premier Viktor Orbán en zijn Fidesz-partij, die alweer sinds 2010 aan de macht zijn in het Oost-Europese land, zich flink ingespannen om de journalistiek aan banden te leggen. Met een mediawet, het opzetten van faciliteren van een eigen mediaconglomeraat én het knechten van de publieke omroep.
Hoe The Hungarian Playbook (45 min.) er in de praktijk uitziet? Een concreet voorbeeld: ‘In 2015, toen er veel vluchtelingen en migranten naar Hongarije kwamen, kregen we de opdracht om geen kinderen te laten zien’, vertelt András, die destijds nog als journalist werkzaam was bij de Hongaarse publieke omroep. ‘Kinderen zouden voor empathie kunnen zorgen. En dat was duidelijk niet de bedoeling. Er kwamen alleen jonge mannen, die Europa wilden binnenvallen.’
‘Ik moest op zoek gaan naar migrantenverhalen’, vult zijn collega Krisztina aan. Zij behoort tot de Roma-minderheid in het land en heeft haar heil inmiddels buiten de journalistiek gezocht. ‘Ik moest beweren dat zij onbekende ziektes meebrachten en moest daarbij een dokter zoeken die dat voor me kon bevestigen. In Boedapest kon ik zo iemand niet vinden. Toen hebben collega’s van buiten de stad een arts gevonden die woord voor woord zei wat onze eindredacteur wilde horen.’
Zo gaat dat in een autoritair geleide staat. En uit deze journalistieke docu van Bence Máté zijn nog wel meer regels te destilleren voor hoe media zich in zo’n omgeving dienen te gedragen. Aan de oppositie besteed je bijvoorbeeld geen of alleen negatieve aandacht. Kritisch berichten over de regering en bondgenoten (zoals de Russische leider Vladimir Poetin) is natuurlijk niet de bedoeling. En zulke regels schenden betekent automatisch de toorn van de staat over jezelf afroepen.
Inmiddels is zo’n tachtig procent van de Hongaarse media of min of meer in handen van Orbán, die zijn verhaal zo dus goed kwijt kan aan het land, tamelijk eenvoudig verkiezingen naar z’n hand zet en weinig last heeft van waakhonden die beginnen te blaffen bij belangenverstrengeling of corruptie. Dus slecht voor de portemonnee is het uiteindelijk ook niet, zo’n gedienstige pers. Alleen de lieden die waarde hechten aan democratie krabben zich misschien even achter de oren.
In dat opzicht zou deze degelijke docu toch ook als waarschuwing kunnen dienen voor bezorgde Nederlanders – ook al lijkt ons land zo op het eerste oog totaal anders dan Hongarije.
Niemand die het ziet (BNNVARA)
Nu online
Een vierdelige serie over de schimmige wereld van spionage, sabotage en desinformatie. Journalist Huib Modderkolk onderzoekt de Nederlandse betrokkenheid bij een geheime inlichtingenoperatie in Iran. In Oekraïne, Taiwan en Brussel zien we hoe de dreiging van onzichtbare aanvallen toeneemt.