Met de grote populariteit van waargebeurde verhalen als 'Four Hours at the Capitol' en 'JC' en het true-crimegenre met films als 'De Villamoord' en 'The Tinder Swindler', is archiefbeeld niet meer weg te denken uit documentaires. Hoe kom je als documentairemaker aan al die beelden? En hoe gebruik je ze in een nieuwe context? 2Doc.nl vroeg het aan beeldresearchers Daniela Solano en Barbara Kist.

Hoe ga je als beeldresearcher te werk?

Daniela: ‘Om te beginnen overleg je met de makers of er vraag is naar algemeen beeld om een bepaalde periode te verbeelden, of beeld van een specifiek onderwerp of een gebeurtenis. Een fragment van precies díe Italiaanse mars ten tijde van Mussolini in 1932 is veel specifieker dan archiefmateriaal om een sfeerbeeld van de Nederlandse jaren ’50 neer te zetten.'

Barbara: ‘Er is ook regelmatig vraag naar ‘invulbeelden’, zoals bij docuseries als De gouden lichting en Cannabis. Dan is er een fragment nodig van ‘iemand die op een brommer door een dorp rijdt’. Als je dat gaat zoeken vind je het niet. Dat moet je toevallig tegenkomen of weten waar het in zit. Of, zoals bij VPRO Zomergasten, iemand die – bij wijze van spreken – zegt: ‘Ik heb een film gezien over een mol in een Oostblokland die voor de val van de muur een straat oversteekt.'

Iemand die – bij wijze van spreken – zegt: ‘Ik heb een film gezien over een mol in een Oostblokland die voor de val van de muur een straat oversteekt.'

Barbara Kist

Wat doe je om zo’n specifiek archieffragment te vinden?

Barbara: ‘Ik ga eerst zoeken op Google, in verschillende talen. Vervolgens ga ik archieven benaderen in bijvoorbeeld Hongarije, Servië, Roemenië. Maar ook het filmmuseum of filmverenigingen in die landen. Ik ben wel eens aan materiaal gekomen door de buren op te bellen van een filmer die geen sjoege gaf. Via Google Maps zocht ik uit wie er naast hem woonde. Ook vond ik een kunstenares door alle galeries waar zij exposeerde te mailen. Soms moet ik zelfs eigen beeld van makers opsporen, omdat ze het zelf niet meer hebben. Je bent eigenlijk een soort detective. Een grappig verhaal is dat ik ooit voor een islamitische superheldenfilm erachter kwam dat de rechten bij een Londense snackbareigenaar lagen. Die heeft ons toen een VHS-band opgestuurd. Ook ligt er wel eens een oude film in de kelder bij de NOS die dan nog voor één televisie-uitzending rechten heeft.’

Ook de documentaire 'We need to talk about Cosby' (vanaf 22 augustus te zien) bevat veel archiefmateriaal.

Welke archieven zijn er allemaal?

Daniela: Beeld & Geluid heeft voor Nederlands archief een grote schat aan informatie. Negen van de tien keer kom je daar terecht. Het gebruik ervan vergt wel veel finesse. Verder zijn alle stads- en gemeentearchieven goede bronnen. Daar vind je veel foto’s en beelden van particulieren die Beeld & Geluid niet heeft. Een ander bekend archief is het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). Dat heeft veel materiaal over de Tweede Wereldoorlog.

Ik vind zelf het internationale gedeelte van beeldresearch het leukst. Elk land heeft wel een soort Beeld & Geluid. Er zijn ook een paar grote collectieven, zoals Associated Press en Social Press. Ik ga heel weinig fysiek langs archieven. Het meeste is al digitaal, maar soms moet je een aparte screener opvragen. Papieren archief, zoals documenten of posters valt ook onder beeldresearch. Bij het Nationaal Archief in Den Haag moet je bijvoorbeeld langsgaan als je documenten van het Koninklijk Huis wil inzien. Je mag het niet altijd kopiëren of filmen.'

Barbara: 'Ik zoek in alle archieven, ook internationaal en haal juist relatief weinig uit Beeld & Geluid. Toen ik begon met dit werk in ’94 stelde het internet nog niet zo veel voor. Je moest alle archieven opbellen en dan langsgaan. Ik ga nog steeds langs bij archieven als het niet anders kan. Er zijn archieven waarbij niets online staat of waarbij het materiaal vanwege rechten niet online mag staan. Het is een misvatting dat alles op YouTube staat. Het kan een handige zoekplek zijn, maar de kwaliteit is niet uitzendwaardig dus je moet aan het origineel zien te komen.'

Het is een misvatting dat alles op YouTube staat

Barbara Kist

Hoe zorg je als researcher dat archief in een nieuwe productie de juiste context behoudt?

Barbara: 'Als beeldresearcher is het niet jouw verantwoordelijkheid. Als de fragmenten gevoelig liggen, doe ik er een waarschuwing bij. Als ik zie dat beelden uit verband zijn getrokken in de montage zeg ik er wat van. Wat tegenwoordig veel gebeurt is dat er iets compleet anders wordt ingezet om iets te illustreren. Dan moet je wel opletten dat het klopt. Als het gaat om beeld van de jaren ’60, ’70, ’80 gaat dat geregeld mis. Dat is dan weer het voordeel van ‘oud’ zijn, dan heb je die tijden zelf meegemaakt en weet je of iets klopt of niet.'

Archiefbeeld uit de documentaireserie De villamoord (2020)

Daniela: 'De grootste valkuil vind ik de combinatie van archief met een toegevoegde voice-over. Dat kan een bepaalde suggestie wekken over het beeld, wat misschien niet juist is. Ik zeg er altijd iets van als ik het niet vind kloppen, maar mijn stem is niet doorslaggevend. Je mag ook best wat vrijheid nemen, maar je moet wel oppassen dat iets niet op een andere manier wordt gebruikt dan waar het voor bedoeld is. Bij de docuserie Het zaad van Karbaat moest er een beeld van Nederlands fertiliteitsonderzoek in een bepaalde periode worden neergezet. Ik zocht een beeld waarin een vrouw terneergeslagen kijkt terwijl ze een kliniek verlaat. Het gaat dan niet specifiek om die ene vrouw, maar om het gevoel dat het beeld bij de kijker op moet roepen. Dat beeld moet dan wel echt uit de juiste periode zijn.'

In veel van archiefdocu’s zie je geënsceneerde of fictieve beelden. Hoe kijken jullie daarnaar?

Daniela: 'Wat ik interessant vind is het zelf maken van ‘archief’. Dat gebeurt steeds meer, kijk maar naar een serie als Het zaad van Karbaat waar zowel ‘echt’ archief als fictief beeld voorkomen. Een mooi voorbeeld is de Netflix-documentaire Tell Me Who I Am, waarin bijvoorbeeld een slaapkamer van een personage is nagemaakt. Dat werkt hier ontzettend goed. Je hebt als kijker echt het gevoel dat je op een andere plek in een andere tijd bent. Ook in true-crime documentaires zie je het terug: iemand scrollt in een computer door bewijs, iemand typt een bericht. Ik snap het heel goed, want hoe moet je het anders laten zien?’

Je hebt als kijker echt het gevoel dat je op een andere plek in een andere tijd bent.

Daniela Solano

Barbara: ‘Ik vind deze oplossing met fictieve beelden helemaal geen gek idee. Je kan er een sfeer mee oproepen. Het is soms zelfs goedkoper om het zelf na te maken dan het archief te kopen en het kan heel verrassend werken. Ik vind de Netflix-docu Wormwood heel goed, van maker Errol Morris (bekend van o.a. The Thin Blue Line), maar ook maker Alex Gibney doet van alles met archief (bekend van o.a. The Clinton Affair). Hoe fictie en archief werd gebruikt in De Droevige Kampioen vond ik ook prachtig. Die mix van beelden moet je vooral wél doen! Er komt ontzettend veel creativiteit bij kijken.'

Hebben jullie nog een kijktip waarin veel archiefmateriaal zit?

Barbara: 'Ik heb net de serie We Need To Talk About Cosby gezien. Over een held die van zijn voetstuk valt. Dat is een aanrader, ook voor jonge mensen die hem niet kennen. Het archief is geweldig en er zitten indrukwekkende deskundigen in. De vrouwen die slachtoffer zijn van hem, vertellen moedig hun verhaal.'

Wie zijn Daniela Solano en Barbara Kist?

Daniela Solano liep stage bij de VPRO toen de serie Himmlers hersens heten Heydrich werd gemaakt en werd on-the-job door Barbara Kist en Gerard Nijssen wegwijs gemaakt in het beeldresearchen. Naast veel freelanceklussen deed ze beeldresearch voor In Europa. VPRO Zomergasten en Het zaad van Karbaat.

Barbara Kist werkte in de horeca toen zij halverwege de jaren ’90 de archieven indook om samen met haar broer en haar verloofde een documentaire (Groeten uit Finsterwolde) te maken over een kunstenaarscollectief in Oost-Groningen. Deze kreeg een nominatie voor een Gouden Kalf en is uitgezonden in Het Uur van de Wolf (NTR). Via-via kwam Barbara daarna terecht bij het programma 2 voor 12 (BNNVARA) waar ze zo’n 2 jaar lang beeldresearch deed. Sinds 2003 doet zij beeldresearch voor VPRO Zomergasten, maar ook voor allerlei andere producties, ook voor andere omroepen, musea en buitenproducenten.