2Doc:

Carrousel

VPRO

Deze documentaire volgt van heel dichtbij Tayfun, Nabil en Delgano en hun begeleiders in hun worsteling op weg naar een leven binnen de lijntjes.

In het Rotterdamse centrum De Nieuwe Kans worden jonge mannen met een problematische of criminele achtergrond weer op weg geholpen. Dat gaat niet zonder slag of stoot. 2Doc: Carrousel volgt een jaar lang Tayfun, Nabil en Delgano en hun begeleiders in hun gang naar een ander leven. De mentoren moeten daarbij een enorme hoeveelheid geduld, empathie en doorzettingsvermogen uit de kast halen. Carrousel toont de kansenongelijkheid onder jongeren en de eindeloze inspanningen van verzorgers om jongvolwassenen te helpen andere keuzes te maken.

Regisseur Marina Meijer (1987) won de Karen de Bok Talentprijs in 2017 en het Documentaire Stipendium van het Cultuurfonds in 2019.

Productie: Basalt Film in coproductie met VPRO, met steun van NPO-fonds.

DocTalks: in gesprek met regisseur Marina Meijer

‘Ik wilde in ieder geval geen geruststellend verhaal vertellen’, zegt Marina Meijer in deze aflevering van Doctalks. Vervolgens legt ze uit welke reden ze daarvoor heeft. En hoe haar lukte wat veel anderen niet voor elkaar wisten te boksen: toestemming krijgen om dit allemaal te filmen.

'Als ze eenmaal luisteren, gaat het wel goed.'

In gesprek met begeleider Toine Bakermans

Tekst: Elmar Veerman

We bellen met Toine Bakermans, een van de docenten van De Nieuwe Kans die je in Carrousel ziet. Hij werkt er al ruim tien jaar en is niet alleen docent, maar ook ervaringsdeskundige.

In de film vertel je iets over je leven, met veel jaren in de gevangenis. Wat mogen we daar verder over weten?
‘Ik kom uit een gezin van vader, moeder en drie kinderen. Mijn vader was een hardwerkende man, een automonteur. En mijn moeder was huisvrouw. Zoals het vroeger ging. Eigenlijk een normaal gezin.’

Toine Bakermans, docent en begeleider bij De Nieuwe Kans

Hoe oud ben je trouwens?
‘Zestig. Een ouwe bok.’

Ah joh. Ervaren, bedoel je.
‘Ja, da’s een mooi woord ervoor. Maar goed, in mijn vijftiende levensjaar ging het eigenlijk al lichtelijk mis, en toen ik zestien was, is dat wat erger geworden en kwam ik met politie en justitie in aanraking. Toen is al snel besloten om een gezinsvoogdes aan te stellen, en ben ik uit huis geplaatst. Kwam ik in een jeugdinrichting terecht. Daar vond ik het niks, dus ik ben weggelopen. Werd ik weer teruggebracht - dat vond ik natuurlijk helemáál niks – en werd ik in afzondering geplaatst. Ben ik met anderen weer weggelopen, toen zijn we uiteindelijk met z’n drieën opgepakt in Zuid-Frankrijk. Dat was een heel avontuur, want toen kwamen we wel in de grotemensengevangenis terecht. En daar is het eigenlijk allemaal begonnen.’

Dan heb je meteen een soort abonnement op het systeem?
‘Sja, dat wil ik niet zeggen, dat hou je zelf in stand hè. Kijk, je moet het zo zien: jongeren die in een gevangenis of een jeugdinstelling terechtkomen, die komen ergens terecht waar ze helemaal niet willen zijn. En dat was in mijn geval ook zo. Dus dan ga je tegen dat systeem vechten. Als je ergens niet wilt zijn, ja, dan smeer je ‘m. Maar goed, in Nederland wisten ze daar wel wat op. Je had ook heel erg gesloten instellingen, waar je niet uit kon. Dus daar kwam ik terecht. En dan zit je echt in een harde leerschool. Bij De Nieuwe Kans zitten jongens die van zo'n harde leerschool komen – dat kan net zo goed de straat zijn.’

Wat zijn dat voor jongens?
‘Ze zijn tussen de 18 en 27 jaar, en ze hebben allemaal te maken met wat we dan "complexe multiproblematiek" noemen. Dan gaan er dus echt dingen niet goed. Met een dagprogramma – waar je in de film stukken van ziet – werken we samen aan verandering naar een stabieler leven. En we doen natuurlijk niet zomaar wat; dat gaat via een methodiek waarin precies staat waarom en hoe we dingen doen.’

'Die rechter wil uiteindelijk ook dat het zo’n knaap goed gaat'

Toine Bakermans

Alleen jongens?
‘Toen ik er begon, waren er ook meisjes, maar dat gaf te veel onrust, dus daar zijn we mee gestopt. Maar ik vind wel dat er een nieuwe kans voor meisjes zou moeten zijn. Want ook meiden hebben problemen. Die vallen net zo goed uit op school. En die kunnen ook ondeugend zijn. Maar goed, die jongens worden aangemeld op verschillende manieren. Dat kan zijn via een jongerenloket van de gemeente, het kan op eigen initiatief, of het kan ook zo zijn dat de rechtbank of de officier of een advocaat zegt: ik zou eigenlijk graag zien dat hij niet naar de jeugdgevangenis gaat; laat hem gewoon thuisblijven met dagbesteding en dat doen we dan bij De Nieuwe Kans. Gaat hij niet, dan moet hij opnieuw voor het hekje verschijnen. En dan zou het zomaar kunnen dat-ie de gevangenis in gaat.’

‘En kijk, zo erg is die Nieuwe Kans niet. Je bent ’s avonds gewoon thuis, je kan de straat op, zonder avondklok of wat dan ook. Maar je kunt toch aan jezelf werken. En als zo’n jongen het goed doet, hij zoekt bijvoorbeeld werk, of hij gaat terug naar school, dan hebben we wat positiefs te melden, en als hij dan uiteindelijk voor de inhoudelijke zitting moet komen, en dat ziet er allemaal goed uit, dan zal zo’n rechter of officier de laatste zijn die zegt: jij moet alsnog naar binnen. Want die willen uiteindelijk ook dat het zo’n knaap goed gaat. Het zijn nog jonge jongens, en ze hebben nog hun hele leven voor zich. En via ons krijgen ze een kans onderdeel te zijn van de maatschappij. Als ze in de gevangenis terecht komen ziet hun toekomst er vaak heel anders uit, daar weet ik zelf alles van.’

'Ik ben niet zo snel onder de indruk.

Als ze tegen mij dikzak zeggen, of ze hebben het over m’n moeder, dan interesseert mij dat eigenlijk weinig.' - Toine Bakermans

Hoe veel succes heeft dat?
‘Dat hangt ook van zo’n jongen zelf af, of-ie wil. Het is een complex verhaal. Vaak lukt het, en soms moeten we accepteren dat het nog geen succes heeft gehad. Maar als ze eenmaal luisteren, dan gaat het wel goed. Bijvoorbeeld bij Tayfun, die je in de film ziet. Die werkt nu keihard in de steigerbouw, dat is echt een harde werker met een Rotterdamse mentaliteit van niet lullen maar poetsen. En over Nabil, die erg tegendraads is, hoor ik ook best wel goede berichten. Die is in een supermarkt bezig waar hij voor mensen dingen uit de schappen haalt.’

Een beetje zoals het de weg wijzen op straat, tijdens een telefoongesprek met jou, in de film.
‘Ja. Dat is trouwens een hele leuke scene. Dan hoor je hem in één keer veranderen, die toon is ineens anders. Schitterend dat ze dat zo heeft weten te vangen. Dat soort momenten laten zien dat het iedereen kan lukken om een andere kant van zichzelf te laten zien. Sowieso heeft ze er een heel mooi document van gemaakt. Ik heb hem een paar keer in de bioscoop gezien.’

Je kijkt dan ook naar jezelf. Wat zie je dan?
‘Ja… dat was best wel confronterend. Ik ben de afgelopen jaren ontzettend moe geweest. Dat zie ik terug in de film, en het viel mijn vrouw en mijn dochter ook op. Waar die moeheid vandaan kwam, dat wisten we niet. Totdat ik écht dreigde in slaap te vallen achter het stuur.’

Oei.
‘Ik dacht dat het aan m’n suiker lag, want ik heb diabetes. Maar bij de internist waren we er al snel uit dat het niks met m’n diabetes te maken had, want dat was eigenlijk best wel in orde. En toen bleek ik apneu te hebben, mijn ademhaling viel wel 66 keer per uur stil. Mijn lichaam was de hele nacht aan het vechten om in leven te blijven, zeg maar. Dan was ik overdag zo moe dat ik bijna instortte. Gelukkig slaap ik nu met een gelaatsmasker met zo’n slang eraan, dat helpt enorm.’

Dus die enorme rust die je in de film uitstraalt is eigenlijk gewoon vermoeidheid?
‘Nee hoor, dat hoort bij mij. Ik ben niet zo snel onder de indruk. Als ze tegen mij dikzak zeggen, of ze hebben het over m’n moeder, die al lang overleden is, dan interesseert mij dat eigenlijk weinig. Dan ga ik wel met ze in gesprek, maar ik wacht het moment af. Ik geloof dat er bij de jongens in ons traject meer achter zit, dat de problematiek voortkomt uit ervaringen die echt onderhuids zitten, die als blauwdruk in die hersentjes zitten. Kijk bijvoorbeeld naar Tayfun, die zit in de film een plint af te plakken ergens, en dan vertelt hij: “Als ik later een kind krijg en die luistert niet, dan krijgt die ook een tik. Want dat is normaal. Want ik kreeg vroeger ook tikken, en dat heeft me ook geholpen, want ik was gewoon een tyfusjong. En dan werd ik met een stok geslagen, en dat was dan nog wel mijn Néderlandse opa.” Die ervaringen zijn bij hem binnengekomen, anders was hij niet zo opvliegerig. En dat gaat vanaf het begin hè. Van je eerste jaren weet je niets meer, maar ze hebben wel invloed op de rest van je leven, daar ben ik van overtuigd.’

'De dingen die ik gedaan heb, daar moet je toch ook wel een heel koude persoonlijkheid voor zijn'

Toine Bakermans

'De dingen die ik gedaan heb,

daar moet je toch ook wel een heel koude persoonlijkheid voor zijn' - Toine Bakermans

Ga je ook naar op zoek naar zulke verhalen, als een psycholoog ofzo? Of denk je: laat dat rusten?
‘Dat is niet echt mijn rol. Ik ben docent kunstzinnige vorming. Bij De Nieuwe Kans hebben we een aantal trainers, coaches, gedragsdeskundigen en een psycholoog die dat soort dingen doen. En voor specialistische psychiatrische zorg werken we nauw samen met een instelling, Youz. Wat ik dan weer heb is ervaringsdeskundigheid. Ik snap die gasten, omdat we een beetje dezelfde achtergrond hebben. Die vertrouwensband moet er zijn voordat een deelnemer zich openstelt voor verandering. Kijk, ik heb zelf de bank overvallen, mensen bedreigd en al dat soort dingen meer, en daar maak ik ook geen geheim van. Ik ben me wel gaan afvragen: van waar komt dat vandaan, en heb ik wel spijt van de dingen die ik gedaan heb? Heb ik eigenlijk nooit gehad.’

Nee?
‘Nee.’

Nu nog steeds niet?
‘Ja, nu wel. Maar heel lang niet. Ik kwam daar voor het geld, niet om mensen te beschadigen. Ik had dat helemaal niet in de gaten. Tot mijn zus me op een dag belde, een jaar of acht geleden. Die zat er doorheen, op haar werk, en die moest naar een bedrijfspsycholoog. Ze kwam erachter dat een vrouw die een functioneringsgesprek op papier had gezet een zelfde koude persoonlijkheid als mijn moeder was. Toen belde ze mij op en zei: “Toine, weet je wat je mij ontnomen hebt? Je hebt me liefde ontnomen. Ons ma kon ons geen liefde geven, en het beetje liefde dat er was kwam van onze vader. Maar juist in de tijd dat ik het nodig had, ging alle aandacht naar jou toe.” Dat moest even landen bij mij. Maar inderdaad, mijn moeder was een koude persoonlijkheid, ze kon totaal geen liefde geven. En toen ben ik naar mezelf gaan kijken, en de dingen die ik gedaan heb, daar moet je toch ook wel een heel koude persoonlijkheid voor zijn. Want je bedreigt niet zomaar mensen. Dat doe je gewoon niet. Maar ik heb het wel gedaan. En zoiets zie ik ook bij veel van onze deelnemers. Als ze traumatische ervaringen hebben gehad in hun jeugd, dan zie je dat terug in hoe ze zich later gedragen en wat ze uitspoken.’

Mensen bedreigen ging je dus makkelijk af?
‘Ja, daar had ik niet zo veel moeite mee. Verder kon ik wel gewoon aardig zijn. En eigenlijk was dat in relaties precies hetzelfde. Dus daar was ik ook niet zo liefdevol. Gelukkig is dat nu anders, maar nu heb ik het ook echt in de gaten. En doe ik ook echt mijn best.’

Tot slot: hoe gaat het nu met De Nieuwe Kans? Is er nog een beetje te werken in het coronatijdperk?
‘De jongens kunnen nu niet hier komen, maar we houden contact met ze. Ik bel ze of spreek ze per Whatsapp, sowieso twee keer per week. Sommigen hebben geen uitkering en die wonen dan bij een tante en die moeten dan zelf de boodschappen doen. Bij ons kregen ze een ontbijt en een warme lunch iedere dag, maar ja, nu even niet, want het is coronatijd. Dus nu stellen we een keer in de week een boodschappenpakket samen, kunnen ze thuis een potje koken en een boterham smeren. Deelnemers die echt in hoge nood zitten, kunnen altijd langskomen. Er zijn voor de zekerheid altijd een paar collega’s aanwezig voor het geval dat. Dan helpen we die jongens met een paar meter tussen ons in. Het is belangrijk dat De Nieuwe Kans onder alle omstandigheden er is voor deze jongens die in de knel zitten.’

Een beetje ondersteuning bij het leven.
‘Ja. Ook mentaal natuurlijk. We horen van ze dat ze blij zijn dat we er zijn. We zijn wel bang dat we er een paar zullen verliezen, maar we zullen zeker ook mensen bij ons houden. En daar zullen ze ons later echt wel dankbaar voor zijn.’

Helmut Boeijen over deze film

In de 2Doc Weekly (neem een gratis abonnement!) bespreekt filmkenner Helmut Boeijen iedere zondag documentaires die je direct kunt zien. Over deze film: 'In Carrousel knettert het soms flink tussen de cliënten onderling en met hun begeleiders. Filmmaakster Marina Meijer vangt die confrontaties van héél dichtbij en toont ze zonder enige opsmuk.'

Lees de hele bespreking door hieronder op 'OPEN' te klikken.

Als blikken konden doden. Of gebaren. Of stopwoordjes. Tayfun, Delgano en Nabil stralen in alles uit: blijf van me af. Hun begeleiders in het Rotterdamse centrum Nieuwe Kans, die hen proberen aan te spreken op hun gedrag, noemen ze consequent ‘broer’ of ‘vriend’. Dat klinkt misschien amicaal, maar lijkt vooral bedoeld om hen op afstand te houden.

De jongens proberen hun problematische achtergrond kwijt te spelen en een nieuwe start te maken, maar dat gaat bepaald niet vanzelf – en zeker niet zonder conflicten. In Carrousel (59 min.) knettert het soms flink tussen de cliënten onderling en met hun begeleiders. Filmmaakster Marina Meijer vangt die confrontaties van héél dichtbij en toont ze zonder enige opsmuk.

In lange, enerverende close-up shots, alsof de jongeren gevangen zitten in zowel het frame als hun leven, laat Meijer zien hoe zij stelselmatig spanning opbouwen, die dan plotseling tot een ontlading kan komen. Het is een voortdurend gevecht, waarbij met name kunstdocent Toine Bakermans soms door hun pantser weet te breken. De man heeft zelf 21 jaar in de gevangenis gezeten en laat zich niet zomaar uit de tent lokken.

Dat betekent niet dat elke jongen ook is te redden – of zich wil, of kan, laten redden. Meijer maakt de werkelijkheid niet mooier dan-ie is. Gaandeweg laten de jongens wel steeds meer los over hoe ze zijn geworden tot wie ze nu zijn. En dat geeft te denken over hun toekomstperspectief. Zijn de Tayfuns, Delganos en Nabils van deze wereld daadwerkelijk in staat om zichzelf, net als hun docent Toine, opnieuw uit te vinden?

Deze geladen film is niet meer dan een tussenopname en kan dus geen eenduidig antwoord geven. Duidelijk is wel dat de getroebleerde jongeren nog een lange weg voor de boeg hebben, die onvermijdelijk met vallen en opstaan gepaard zal gaan. En dodelijke blikken, boze gebaren en geïrriteerde stopwoordjes.

'Carrousel' in de media

Meer documentaires over jongeren in de knel