‘Ik wilde een experiment doen met mijn ouders, over hoe het had kunnen zijn als ze nu nog samen waren geweest. En ik wilde ook een beeld creëren van hoe het was toen ze nog getrouwd waren. Want daar heb ik zelf dus helemaal geen beeld bij. Maar mijn idee begon met The Act of Killing van Joshua Oppenheimer. Die laat mannen die ooit massamoorden hebben gepleegd - en die daarvoor nooit zijn vervolgd – spelen in een fictiefilm over hun daden. Zo expliciet mogelijk. En dan zie je dat ze daar verschillend op reageren. De een ziet zichzelf nog steeds als held, anderen realiseren zich ineens wat ze mensen hebben aangedaan.
Dat vond ik een heel mooi experiment. En toen dacht ik: waar wil ik een film over maken, wat raakt mij nou, wie ben ik nou? En toen kwam ik al meteen bij mijn ouders uit, en het fenomeen scheiden. Dus ik wilde een Act of Killing maken met gescheiden ouders. Maar absoluut niet met mijn eigen vader en moeder, dus ben ik heel hard gaan zoeken naar ouders van leeftijdgenoten. Ik heb echt ongelofelijk veel research gedaan, maar het leverde niets op. Wat ook al best veel vertelt over gescheiden ouders die absoluut niet met elkaar in één ruimte willen zitten. Uiteindelijk drong de tijd, dus ja, dan maar met m’n eigen ouders. Want ja, die kunnen wel met elkaar door één deur.’